|
|
|
Djembe [Timba], Cymbal, Djembe, Thumb Piano [Likembé], Congas,
Ashiko, Steel Drums, Percussion [Metal], Jew's Harp – Chris Joris
Tuba – Bob Stewart
Double Bass – Chris Mentens
Electric Bass – Reggie Washington
Alto Saxophone, Soprano Saxophone, Flute – Eric Person
Congas, Udu, Wood Block, Rattle, Voice, Other [Sticks] – Junior
Mthombeni
Piano – Fabian Fiorini
Talking Drum [Tamani, Tama], Lute [Ngoni], Vocals – Baba Sissoko
Na voorganger ‘Out of the night’ en aansluitende Live DVD ‘Into the
Light’ (waarbij we dan wel gemakshalve even over het ‘Oratorio Ishango’
dubbelproject met Daniel Schell heen springen) zal Chris het moeilijk
hebben om nóg beter te doen. Parels als die toenmalige titelsong, ook
nog ‘Ballad for a tortured Africa’ of het machtige ‘The long way home’
van de hand van vaste kompaan-muzikant-componist Chris Mentens,wel… we
werden aardig verwend toen ! Op deze ‘Rainbow Country’, eigenlijk een
dubbelproject met ouwe maat Bob Stewart, waarmee hij reeds samenwerkte
op ‘Songs for Mbizo’ in ’91, vormt Chris weer een gans nieuwe groep waar
traditioneel ‘primitief’ (Baba Sissoko/Bob Stewart/Junior Mthombeni)
naast modern melodisch (Eric Person/Fabian Fiorini/Reggie Washington)
staat en als geen ander weet Chris daar bijwijlen een goedklinkende
symbiose uit te brouwen. Dat hij dit in de vingers heeft hebben zijn
vorige ‘Experience’ groepen en het succesvolle Bihogo project uit 1993
reeds terdege bewezen. Erg benieuwd zijn we dus om deze nieuwe ‘De Werf’
productie een uitgebreide beluistering te geven. De CD-voorstelling in
de Heistse Hnitahoeve hebben we dan intussen wel gehad maar toen kwamen
de beelden in de eerste plaats… Aan de slag dus ! En beginnen doen we op
de in Zwitserland ! ontwikkelde Hang, spreek uit ‘Hong’) Dit metalen
percussieinstrument is een kolfje naar, en ín de handen van Chris.
Indringend en betoverend, al menen we toch dat we live al betere versies
gehoord hebben van titelsong ‘Rainbow Country’. Kan te maken hebben met
de scherpe tijd van dit nummer, slechts drie minuten lang en dat is voor
Chris z’n doening wel héél erg kort… Toch mooi gebracht, met enkel de
begeleidende piano van Fabian Fiorini d’erbij, géén Fré Desmyter op deze
produktie.
Misschien wel het mooiste nummer van dit album volgt vlak hierna, heet
‘9/11’ en refereert, jawel, naar die rampzalige dag die iedereen zich
herinnert. Ingeleid door de donkere brom van Bob Stewart’s tuba krijgen
we de solisten mooi om beurt met Eric Person op altsax voorop, Baba
Sissoko op de n’goni (Afrikaanse luit) en Bob Stewart op de bastuba er
op volgend. Alles mooi omkaderd hier door de conga’s van Junior en
Chris. Gebast werd er in eerste instantie door Chris Mentens die later
overdubd werd door Reggie Washington, de eigenlijke bassist van dit
septet maar die tijdens de eerste opnamen in het voorjaar onbeschikbaar
was wegens problemen met een gebroken hand. Reggie wurmelt er zich hier
mooi doorheen met een heel percussieve baslijn die aansluit aan het
geheel. Al met al is ‘9/11’ een flinke brok van goed 9 minuten ( ‘9’22’’
en neen, géén 9’11’’…), dramatisch opgebouwd en met een treurige noot
afgesloten…Er staan trouwens ook aardig wat kortere nummers op de CD en
‘Masaya’, een compositie van Baba Sissoko is er daar ééntje van. Een
nummer in de wereldmuzieksfeer, gezongen door Baba die zich daarbij
begeleidt op de n’goni. Eric Person zorgt voor de zonnige sfeer aan de
fluit en de hoempatuba van Bob Stewart is de enige begeleidende baslijn.
Percussie blijft uit zodat Baba hier meteen én alleen in de spotlights
staat. In ‘Bourbon Street, Jingling Jollies’, opgedragen aan New
Orleans, kontrasteert het frivole hoogstemmige fluitspel van Eric Person
met de diepe bassen van Bob in een zwoele song, een nummer trouwens van
Duke Ellington. Onmiskenbaar percussiespel van Chris vervolgens die dan
aan het haag knippen gaat in ‘Hedge cut’. Hele lyrische sopraansax en
dan moet je eens luisteren naar het pianospel van Fabian Fiorini…eens de
leerling van Chris Joris heeft hij hier diens percussieve pianostijl
overgenomen. Reggie duimbasst en de percussie werkt af…De bassist,
leerling en volgeling van Marcus Miller en met intussen een
indrukwekkende staat van dienst, krijgt daarna open gordijn in ‘I
wonder’ waarbij Chris Joris slechts de conga’s gebruikt als begeleidend
en ondersteunend instrument, het podium is aan Reggie…’Nonet’, een
nummer van Bob Stewart, doet ons onvermoed terugdenken aan ‘Bihogo’.
Baba Sissoko is de vocalist van dienst maar Bob Stewart steelt hier
duidelijk de show met dat geweldige instrument van hem. Als een vlinder
fladdert en dartelt Eric Person daar stoutmoedig overheen… Chris Mentens
horen we anders ook graag aan double bass in ‘Naima’s tango’ dat zich
met zekere spanning maar ook lichtvoetig verder door de CD heen danst en
verder is Fabian Fiorini aan piano de charmeur van dienst… In
‘Adventure’ krijgen we zowaar weer het duo Joris-Washington, leuk, kort
en goed maar die korte dingetjes zijn eigenlijk geen echte songs. Het
blijven slechts korte niemandalletjes die ‘en effet’ toch ook een beetje
overbodig lijken hier… In ‘Missing Person’ krijgen we dan voor het eerst
voluit de tama-okseldrum te horen; die, waaruit Baba Sissoko die lekkere
golvende geluiden tovert…
’The Mysterious charm of The Right Wing’ is dan weer een grappige
spielerei en zou als begeleidende muziek bij een geanimeerde poppenfilm
niet misstaan. Junior laat zich gaan met stemmetjes en rattles en op
‘Yafa’ mag Chris Joris zelf ook eens op het voorplan. Hij doet dat op
likembé, een tokkelinstrument waar we hem altijd graag zijn gangen zien
op gaan. Het nummer wandelt goedgemutst verder. Fabian Fiorini heeft er
ook zin in en Bob Stewart zien we zo al heen en weer het podium
afdansen, de tuba is dan ook erg goed gezind ! ‘Birds’ is een onderonsje
tussen Chris Joris en Baba Sissoko waar Chris de ‘Hang-hong’ weer
bovenhaalt voor een speelse maar virtuose fladderpartij waar ook Baba
zich niet niet onbetuigd bij laat ! En rustige, lyrische Eric Person
heeft ook een nummer voor deze CD: ‘Kadin’ en dat dottert heerlijk door
de soli van respectievelijk Eric zelve, hier weer zalig meeslepend op
sopraansax, gevolgd door weer die percussieve vingers van Fiorini op de
pianotoetsen. Jazzy, dat wel, maar tegelijk ook heel erg binnen de
lijntjes gekleurd. Toch naar mijn smaak, één van de betere nummers op
dit album. Eindigen doen ze deze CD met afsluiter ‘Rambler’, waar de
twee bandleaders in conversatie gaan, Bob Stewart wat brommerig op de
voorgrond en Chris Joris, helemaal niet tegenpruttelend, instemmend aan
percussie.
Tijd dan voor de eindconclusie: Chris heeft hier een imposante keure aan
artiesten samengebracht in weer maar eens een nieuwe formatie die er ook
best mag wezen, al is het altijd wél een schipperen tussen wereldmuziek
en jazz. Dan weer neigt het naar jazz en dan weer kleurt het allemaal
heel expliciet Afrikaans, dat zijn we intussen van Chris wel gewend. Op
CD blijft alles echter heel erg keurig afgebakend en is er verder ook
weinig ruimte voor improvisatie en, al is deze CD niet van een ‘Out of
the Night’ klasse, toch mag je dat natuurlijk ook niet zo expliciet
stellen. Het geheel is ‘anders’, duidelijk wereldser/Afrikaanser getint,
moet nog wat wennen, maar het is natuurlijk gelijk zó heel herkenbaar
'Chris Joris', dat dit een produktie is die bij de fans en zelfs een
ruimer publiek zeker in de smaak zal vallen. Alleen komt het geheel, wat
mij betreft, niet helemaal evenwichtig over en staat er wat ballast op
(de Joris/Washington speledingetjes)…
|
Winus
|