Voor Octurnproducties geldt vooral de boodschap om aandachtig te wezen
want wat zij brengen is niet zelden een complex stukje muziek. De
toelichting in de persmap plaatst het onstaan van dit avant garde
project ‘uit een ontegensprekelijke betovering, meerbepaald een
wandeling rond het Tibetaanse boedhistenklooster van Pemanyangtse in
Sikkim, ’s morgens vroeg bij zonsopgang. Een processie, de roephoorns,
de klokken, het monikkengezang, spelende kinderen, dorpen in de omgeving
die ontwaken en het Kanchenjunga in de verte- een fantastisch gevoel van
evenwicht dat voortkomt uit de creatieve trillingen van een plek, op een
bepaald moment…
De titel van het album verwijst naar Tara, één van de oudste spirituele
wezens die de scheppingsmythen symboliseren en waarvan het Tibetaanse
boeddhisme 21 emanaties vereert. De witte Tara, die het woord belichaamt
en de Groene Tara, symbool van de bevrijding, zijn daarvan de
belangrijkste. Deze inleiding geef ik er graag bij om de sobere layout
van de hoes (gewoon wit met rode opdruk met de namen van de artiesten,
tracktitels en credits ), lay-out van de CD’s zelve (enkel opdruk van
titel en platenlabel), alsmede de foto’s in het booklet (Tibetaanse
bergen) te plaatsen. CD’s dus, want het betreft hier twee exemplaren
waarvan CD2 de remix is door Dré Pallemaerts en méér.
En dan nu de muziek die zich best integraal laat beluisteren en niet
track by track. Muziek, trouwens volledig van de hand van Bo van der
Werf, eveneens te horen aan de bariton sax…
Fabian Fiorini aan piano leidt in waarna Magic Malik aan fluit hem
kosmisch bijtreedt. Bij een dreigende baslijn komen ook de anderen er
aan. Klinkt allemaal heel spacy en groeit en eindigt als coda tot aan de
vierdelige ‘Kanchenjunga suite’. Part 2 daarvan, ‘West’ schetst een
ontwaken in een soort van mechanische wereld ( je kan het niet laten om
in beelden te denken bij dit soort van muziek, en in mijn geval zijn dat
erg surrealistische scènes, een ontluiken van metalen bloemen in een
wereld van onwerkelijke kleuren, net als de foto’s in het booklet)…. Alt
sax van Guillaume Orti gaat in conversatie met de fluit van Magic Malik
maar ook de anderen dienen van repliek. Het sterk ritmische drumspel van
Chander Sardjoe maakt dit tot mijn favoriete part… Jozef Dumoulin zet
daarna part 3 in, of is het de gitaar van Pierre Van Dormael ? In deze
wereld van distorted sounds is het plaatsen van zulke instrumenten niet
steeds evident… De blazers vullen aan en het lijkt misschien of eenieder
hier sterk op zichzelf bezig is maar alles kneedt zich uiteindelijk tot
een vormelijk geheel. Part 4 ‘South’ leent zich dan weer uitstekend als
klankbron bij de hedendaagse video-art. Electronische bleeps en cracks
worden aangevuld door altsax, fluit en verstillende piano…’White Tara’,
de volgende track is weinig anders al blijft het hier bij de bleeps en
de piano. ‘Emanations’ is dan ook een welgekomen ritmische interventie
al zijn de pianoaanslagen hier uitermate irritant. Ze maken het geheel
voor mij te log hoezeer Magic Malik met de frivole fluit ook z’n best
doet…En verdorie, die ‘pianostoornissen’ blijven ook in ‘Presence’
aanwezig, dat gevoel wordt zelfs nog versterkt, percussie ten spijt…
Avant-gardistisch mag dit allemaal wel wezen maar het straalt weinig
blijdschap uit en menig mainstream jazzliefhebber heeft intussen dan ook
al lang afgehaakt. Ook ‘Calcutta’ zal daar niks aan veranderen ondanks
de werkelijk mooie sax en bass-soli. Maar het moet gezegd dat je er hier
toch meer dat ouwerwetsige jazzgevoel bij krijgt en dat maakt dat
‘Calcutta’ dan toch een mooie finale is . Wat voegt de 2e CD, de Dré
Pallemaerts remix daar dan nog aan toe? Dré, eens dé nummero uno onder
de drummers maar tegenwoordig vooral met het hoofd helemaal in de
elektronische wolken, voegt alleszins in ‘ Roots’ meer ritme toe. De
remix van ‘Emanations’ daaropvolgend krijgt zo ook heel wat meer
schwung. Bass en drums houden er de vaart in en het geheel vormt zo een
swingend modern geheel. Lekkere duimbas, sterke keyboards, stomende
drummer, percussie …Dit is duidelijk en absoluut de betere versie ! Zo
is ook ‘Orange’ heel intrigerend met die voice van Malik tegen dat
strakke ritme van een reuzemetronoom. Dreigend is de sfeer en het einde
haast hypnotisch. Weerom een pluspunt ! Benieuwd naar wat Dré dan
uitvreet met ‘Growth’…Dat blijkt dus een soort jungle-feel te zijn met
een Fabian Fiorini die deze keer niet zo ijl de piano beroert maar wel
uitgesproken de toetsen aanslaat. En natuurlijk zet Dré er hier en daar
nog wat elektronische geluiden bij. Afsluiter ‘Hogon’ vind ik dan weer
minder want die irriterende pianogeluiden van daarstraks zijn hier in
elektronische vorm weer terug. Het knappe drumwerk van de ons totnog toe
onbekende drummer Chander Sardjoe maakt daarbij niet uit… Bovendien
staat de track aangekondigd als een stuk van 8’12’’ en houdt het
inderdaad na die tijd ook op om na een blok van 2 minuten niks, toch
terug op te starten en nog even te vervolgen met wat ons dan niet meer
kan bekoren… Conclusie : een groep die zowel internationaal als
nationaal in de kijker staat en dat al méér dan 10 jaar, brengt hier een
niet zo’n toegankelijke productie die echter live heel wat succes boekt
! Eigenlijk verbaast me dat niks want live heeft het oog ook wat en
blijft de aandacht op die manier gestimuleerd. Zo op de CD klinkt het
allemaal wat zweverig en zijn er weinige uitschieters. Mijn voorkeur
gaat dan ook uit naar de remix CD van Dré Pallemaerts die méér biedt om
ook buiten de concertzaal te kunnen blijven boeien. Maar zoals duidelijk
mag zijn, is dit toch vooral een productie om live naar uit te kijken…
|