Bert Joris is de naam van de man die we de laatste jaren voortdurend
tegenkomen als gastmuzikant in de meest diverse gezelschappen: bij
Hendrik Braeckman en bij Tutu Puoane, met goeie maat gitarist Philip
Cathérine, op de groovy Marc Moulin CD’s en nátuurlijk bij ‘het
Brussels’, ons Nationaal paradepaardje BJO,waar-ie zo goed als
huiscomponist is. We zagen hem al zo dikwijls aantreden met dit orkest,
zowel als featuring artist zoals dat heet, alsook als gastdirigent en
telkens was het weer genieten ! Stijl, allure, grote klasse en dat ales
steeds pretentieloos, nooit de uitslover en steeds met veel eerbied,
respect voor de medemuzikanten en solisten. Sympa op de scéne en
ernaast, innemend en gelijk toch écht een grote meneer. We zagen dan ook
uit naar nog es eindelijk een eigen CD, in klein gezelschap (en vergeef
me deze laatste uitdrukking want die slaat dan ook (zal ik het maar
onderstrepen?) enkel en alleen maar op het
aantal muzikanten ! Want verleden jaar was daar natuurlijk
‘Dangerous Liaison’, maar dat was dan in grote bezetting met symfonisch
orkest (de Vlaamse Filharmonie) en big band (BJO). Een plaat die we
trouwens dringend nog eens nader moeten gaan ontdekken want getipt als
één van de beste big band albums van 2006 (o.a. door het Amerikaanse
jazzmagazine ‘All about Jazz’).
‘Magone’ waarvan de titel verwijst (voor wie dit nog niet wist
intussen), naar ‘mother is gone’, Inge , de overleden echtgenote van
tenorist Kurt Van Herck); ‘Magone’ dus, brengt ons voor een stuk terug
naar een gezelschap dat in 1986 ook al een CD neerzette onder de noemer
‘Bert Joris Quartet’, al was daar toen Michel Herr de man aan de
toetsen. Voor de rest zit hier identiek hetzelfde gezelschap, alleen wel
20 jaar ouder nu ! Allemaal ‘dikke’ muzikanten ondertussen, het puikje
van ons nationaal jazzlandschap, met bovendien internationale reputatie
en uitstraling. Hoe kondig je anders een Dré Pallemaerts of een Philip
Aerts aan ? Pianist ‘van dienst’ hierbij is niemand minder dan Dado
Moroni, de Italiaan met de gouden vingers, Bert Joris’ Mr. Dodo …en die
voelt zich aardig thuis in dit gezelschap, verbaast het iemand ?
De kracht van Bert Joris schuilt’em niet enkel in dat virtuose
zachtkrachtige trompetspel van hem maar ook in de composities waarvan er
verschilende later het label ‘standard’ gaan opgeplakt krijgen, wacht
maar af... Leuke melodieën, heel herkenbaar ook, zoals starter
‘Mr.Dodo’, met Moroni aan de funky Fender, het tempo ligt hoog en gelijk
krijgen we Dado die mooi aansluit bij de solo’s van Bert. Dartel als het
moet maar dat kan ook dramatischer zoals in titelsong ‘Magone’ waar het
quartet een echte éénheid is in sfeerschepping, Dré mimimalistisch aan
percussie en Philip somber bassend. Bert is heel herkenbaar en gevoelig
aanwezig. ’Magone’ is dan ook een treurig blad dat wordt omgeslagen…
‘Triple’ is, van de weersomslag het speelse melodietje rond de wat
hooghartige pronkerige kat van Bert, je voelt ze bijna lijfelijk
aanwezig ! En ‘Anna’ is daar dan weer kontrasterend de machtig mooie
ballade achteraan, en terwijl de solisten, met Bert op bugel, hun
verhaal vertellen, schrijdt de ritmesectie daar mooi statig doorheen om
daarna zelf even het woord te nemen in de vorm van een baspartij van
Philip. Dré omlijst dat gepast met fluwelen cymbalen. Dan volgt een
samenstelling van 2 composities en deze ‘King Combo’ gaat er meteen wat
steviger tegen aan. Bop met een flink stappende bas en explicieter
drumwerk, mij hoor je niet klagen hoor ! Daarmee is trouwens ook de toon
gezet voor de volgende ‘The Mighty Bobcat’ en da’s er één van pianist
Moroni, hier weer aan de Fender, en ja, die heeft het componeren ook al
in de vingers, deze zit echt op z’n plaats ! En dan volgt een
klassieker: ‘I fall in love too easily’, zacht aangeblazen door Bert in
wat eerst een duetje lijkt met Dado, maar dan wat later aangebast wordt,
zacht getoucheerd door drums en verder mag eindigen in een krachtige
finale… Nadien terug naar eigen werk (wat onze voorkeur geniet) met
‘Signes & Signatures’, waarschijnlijk de oudste compostie op deze schijf
en opgedragen aan broer Dirk met wie hij dit vroeger pleegde te
spelen…Blijkt dat het componeren Bert toen ook al goed af ging…. Volgt
een ode aan Philip Cathérine, de man aan wie Bert, volgens de tekst op
de bijsluiter, veel te danken heeft. De, overigens lekkere pianopartij,
mag je bijgevolg ook gans overzetten naar gitaar ! De band is nu echt
goed op dreef en je staat al op je tippen voor een vervolg en dat komt
er zó aan, al slaan we ook hier weer een andere weggetje in. Blues
mijnheer, is mijn oud zeer ! Maar zo kan het voor mij ook natuurlijk en
in ‘Alone at last’ kon Bert het niet beter gezegd hebben. ‘Brothers in
blues’, denkt Dado dan en hoor hém eens bezig ! In een
tsjoeketsjoeke-treinvaartje gaan we daana afsluiten met ‘Benoit’,
gebaseerd op ‘het Beiaardlied’ van Peter Benoit en live gebracht vanop
het Blue Note Podium 2005. Daarmee beëindigen we een CD die, wat ons
betreft, de verwachtingen inlost en waarmee Bert weer maar eens toont
hoe melodisch hedendaagse jazz ook kan klinken. Een voltreffer wat ons
betreft, het sublieme concert zoals het dit jaar ook zo ongeveer klonk
in de Jazz Middelheim tent en nu op zilveren schijfje verkrijgbaar.
Daarbij nog wel op het notoire Dreyfuss label zeker, wat de distributie
en dus ook de verkoop zeker ten goede zal komen !
Zucht…, wat wil een mens nog meer ?
|