Trio Grande gaat al een hele tijd mee. Voortgekomen uit Trio Bravo met
saxofonist Fabrizio Cassol nog in den beginne, we spreken halverwege de
jaren tachtig, heeft dit internationale trio, 2 Belgen en Fransman
Laurent Dehors al een hele creatieve weg afgelegd, al is het weer van in
2001 geleden dat we van dit, zeg maar avant garde trio, nog wat op CD
zagen verschijnen. En dan nu is er, op invitatie van Gaume Jazz, deze
opgemerkte CD met de talentrijke en ook niet voor één gat te vangen,
Engelse pianist Matthew Bourne. De release dateert van in april
jongstleden en de opname volgde vorig jaar in november na een eerdere
succesvolle tour in de Jazzlab Series. Het resultaat is echt wat je van
het Trio Grande mag verwachten en nodigt uit om in beelden te
(be)spreken. Want deze schijf heeft voor elk wat wils ,al komen de
meeste composities hier van de hand van tubanist Michel Massot. Meestal
gaan we daarin uitbundig en vrolijk al starten we met L’Acrobate’ wat
balancerend op de tippen van de tenen, spannende maillot rond de
lendenen of mogelijks ook hoog sierlijk zwierend in de trapeze, zulke
‘Cirque du Soleil’ sfeer krijgen we voorgeschoteld door Massot aan de
ritmebepalende tuba, daarbij dan weer harmonieus gevolgd door Matthew
die zich wat later dan weer laat meeslepen door de percussie van Michel
Debrulle. Laurent Dehors soleert daar rustig tussendoor…Wat later kan je
maar beter oppassen want op de drukke boulevard van ‘Caldédine’ is het
uitkijken geblazen ! Massot aan de trombone, een volgzame Matthew die
daartegen wat klassieks neerzet en Debrulle die dat alles lekker
inkadert,
mooi !... (slaap)dromerig start daarna ‘Cinéma-Danse’, waarschijnlijk
het meest jazzy nummer van deze plaat waarin Laurent bevlogen soleert op
de altsax terwijl Massot onbewogen lijnen zet met de tuba waartussen
Matthew dan weer handig manouvreert . Debrulle voelt en vult dat naar
goede gewoonte aan met gepaste drums en cymbalen. En daarna worden we
speelser,wat krols in het titelnummer, clownesk ook en dan halen we
meteen er ook wat Tex Avery sfeer bij. Tekenfilmpjes muziek dus, zo ook
in ‘Valence valse’, een nummer van Laurent en een waarachtig kat en
muisspel in walsritme, beetje hilarisch ook met die mondharmonica en
lachpartijen tussendoor en een ware billenkletser alvorens we ons in
ochtendlijke mistflarden begeven op ‘Le bossu de Rossignol’, de enige
compositie bijdrage van Matthew Bourne op deze CD. Matthew mag hier met
pianodeken de ijle klarinet van Laurent en trombone van Michel Massot in
harmonie toedekken…Beetje mystiek daarna kan ook in het magische ‘Le
Ciel’ waar we ons een eerste keer zacht schommelend laten
voortschrijden, hoog gezeten op een olifantenrug en omringd door diverse
dierengeluidjes, vind je ’t gek? Dan maar terug in tempo met weer een
Massot compositie: ‘Scarabée’ waarbij een dreigende piano de melodie
doorbreekt. Het is de zalvende basklarinet van Laurent Dehors die hier
tracht de gemoederen te bedaren maar Matthew Bourne levert wel stevig
weerwerk ! Hamonieus wordt er echter afgerekend ! In ‘D’Jaimily’ waarin
we Massot eerst op trombone en daarna op tuba horen krijgt ieder z’n
recht op antwoord en daarna is het in vluggertje ‘Menuet’ weer
speeltijd, Bugs Bunny loert om de hoek ! Graag dan terug de olifantenrug
op voor ‘L’Hypnotique’, het schommelende vervolg van de rit die we met
‘Le Ciel’ wat eerder zijn begonnen. Het is Matthew Bourne die tussendoor
mag soleren al is het wél Laurent Dehors die hier absoluut het eresaluut
afsteekt op de cornemuse, een soort doedelzak. En in een real ‘Trio
Grande way’ mag ‘La fin de l’été’ daarna speels afsluiten met een
vrolijk walsje. De terugbik mag er absoluut wezen: Creatieve avant garde
met een vleugje jazz en dat alles op grootse wijze opgediend, dit ‘trio
kwartet’ mag van mijn part hier ooit nog een vervolg aan breien !
|