|
|
|
Peter Evans (trumpet), Carlos Homs (piano), Tom Blancarte (bass),
Jim Black (drums)
Peter Evans is een man van vele samenwerkingen.
De groep 'Mostly Other People Do The Killing', de terrorist bebop
band van Moppa Elliott, is wel hét project dat in jazzmiddens de
meeste aandacht vangt, maar daarnaast leidt hij een trio, kwartet en
kwintet, werkt hij ook graag samen met Evan Parker, gaat hij
allianties aan met o.a. Nate Wooley (als twee trompetspelers in
duo), met Mats Gustafsson en Agusti Fernandez enz. Hij speelt ook
moderne klassieke muziek met het 'International Contemporary
Ensemble' en brengt net zo goed solo CD’s uit met improvisatie. In
hetkader van het coaching project begeleidde hij op Jazz Middelheim
2010 'Le Pragmatisme du Barman'.
Zoals op de vorig jaar verschenen CD van Peter Evans Quartet wordt
ook op “Ghosts” soms vertrokken van oud materiaal uit de grote
jazzgeschiedenis en is er weer volop ruimte voor improvisatie. Met
het kwintet haalt Evans de banden nauwer aan met oude mainstream en
swingende jazz. Tegelijk doet dit kwintet er een schepje bovenop qua
vooruitstrevend musiceren door er live processing in te betrekken:
elektronisch spel dat met klanken en samples uithaalt, ook van
fragmenten die tijdens de opnamen werden gespeeld en dan licht tot
sterk vervormd terugkeren. De elektronica wordt live mee als
improvisatiemiddel ingezet, de mix gebeurt al tijdens de eigenlijke
creatie.
Deze CD opent feestelijk swingend met 'One to Ninety Two' dat
teruggaat op 'Christmas Song' van Mel Tormé en meteen hangt er
elektriciteit in de lucht. Trompetklanken worden al gauw uitgerokken
zoals verbeeld op de hoesfoto’s waarbij gespeeld is met de
sluitertijd op de lens. Muzikale lijnen worden herhaald en
beïnvloeden de ritmiek en de verdere opbouw terwijl een serie
versierselen bij de melodie worden gespeeld. De wonderbaarlijke
vermenigvuldiging met de live processing gaat tot de rand van
overdaad in ’n geweldige mix, danslustig, voluptueus en vurig.
Daarna is het met '323' meteen hard gààn. Als nog niet was
opgevallen dat hier niet zomaar een drummer meedoet, dan hier wél.
Jim Black speelt met een power die de hele groep dwingt om behalve
veelzijdig ook krachtig als vliegtuigmotoren uit de hoek te komen.
En samen nemen zij een hoge vlucht !
Met titelnummer 'Ghosts' komt een ballad gebaseerd op 'I Don’t Stand
a Ghost of a Chance With You'. Mooi zacht, ook weer getekend door
Evans’ fascinatie voor hoe het verleden het heden bezwangeren kan en
zo mee de toekomst bepalen. 'The Big Crunch' wil een ‘reverse Big
Bang’ verklanken, schijnbaar één die vlug verslindend alles opslokt
- in drie minuten is de hele boel geïmplodeerd. Met 'Chorales'
belanden we post bop in de free. Het felle, melodieuze beginstuk van
'Chorales' wordt afgebouwd en de stukken worden her- en opnieuw
bekeken. Er valt wat voor te zeggen dat de term avantgarde niet meer
kan betekenen wat het betekend heeft, omdat het aan een bepaalde
periode kleeft. In de zin dat er een conservatieve component is,
maar de muzikanten vooral een vernieuwende taaluiting zoeken en
vinden, is dit dan weer wél avantgarde te noemen. Dat wordt verder
onderstreept in 'Articulation'. Waarna een schone versie volgt van
'Stardust' van Hoagy Carmichael.
De aanpak voor deze CD met deze muzikanten is uitgemond in een
verpletterend schijfje, dat eindigt als met het neerdalende stof en
de laatste glinsters van groots vuurwerk.
Danny De Bock
|