|
|
|
Sara Serpa- voice | André Matos -guitar | Kris Davis-piano |Ben
Street-bass |Ted Poor-drums
Wie het reisgevoel dit jaar moet missen, er verknocht aan is of het
nog wel eens wil oproepen, kan hier een tip vinden!
Sara Serpa werkte al samen met Greg Osby, Danilo Perez en Ran Blake.
Toen in 1962 van Jeanne Lee & Ran Blake de plaat “The Newest Sound
Around” uitkwam, kreeg die woorden van lof mee van Gunther Schuller.
De naam van Schuller geldt nog altijd als één van de groten van de
“third stream” (jazz combineren met klassiek). Hij had het over een
sfeerplaat van een bijzondere orde. Dat is precies wat 'Mobile' ook
is.
Met haar zang verklankt Sara Serpa haar herinneringen aan karakters,
plaatsen en momenten in een aantal boeken die zij las. Boeken waarin
reizen een belangrijk gegeven zijn. Van schrijvers als Herodotus,
Naipaul, Steinbeck, Kapuscinski. Over karakters die de zekerheid en
het comfort van hun vertrouwde omgeving al dan niet tijdelijk
verlaten. Mensen die in beweging kwamen en vertrokken. Deze zangeres
is zelf ook zo iemand : zij is een Portugese die naar New York is
getrokken. De ontmoetingen die zo’n stap oplevert en die tussen jazz
spelende en improviserende muzikanten samen met haar belangstelling
voor genoemde voorbeelden uit de wereldliteratuur vormden de
leiddraden voor deze CD. Het inspireerde haar om muziekstukken met
titels te maken als 'Ulysses’s Costume', 'Gold Digging Ants',
'Traveling With Kapuszinsky'. Haar stem is haar instrument om te
klankdichten.
De kunst van het scatten legde sinds de bebop lange wegen af, maakte
evoluties door, nam nieuwe vormen aan. Sara Serpa heeft zich op
korte tijd ontwikkeld tot een vooraanstaande stem die nieuwe vocale
jazz brengt. Meer dan woorden en teksten wendt zij klanken aan om
herinneringen te vertolken, in te zoomen op fragmenten en details
uit verhalen. Zinnen gebruikt zij ook, eigen bewoordingen en van
E.E. Cummings het gedicht “If”.
De muziek met dit kwintet kan een beetje doen denken aan Henry
Threadgill Zooid. De verschillende muzikale lijnen blijven wel
dichter bij elkaar, al kronkelen zij soms uiteen. Het heeft iets van
opstijgende, cirkelende, uitrafelende sigarettenrook. Onrust en het
risico van uit balans geraken doemen her en der op, maar met
merkwaardige samenhorigheid creëren de vijf muzikanten gehelen die
uitblinken in een aparte schoonheid. Sprankelende ideeën en
vertolkingen zorgen voor boeiende kleurschakeringen en meeslepende
sferen, vermengen invloeden uit het land van de fado met jazz. Een
solide ritmesectie, sierlijke bewegingen met gitaar, piano en
elektrische toetsen... je kon je er live door laten meevoeren in De
Singer in Rijkevorsel op vrijdag 9 september 2011.
Danny De Bock
|