|
|
|
Jon Irabagon: alto saxophone, vocals (4); Russ Johnson: trumpet,
vocals (4); Kris Davis: piano, organ, vocals (4); Eivind Opsvik:
acoustic bass, vocals (4); Jeff Davis: drums, vocals (4); Chris
Cash: Programming (2); Jesse Lewis: guitar (4); C.J. Camerieri:
trumpet (5); Kirk Knuffke: trumpet (5); Justin Ray: trumpet (5);
Nathan Warner: trumpet (5); Jason Gillenwater: clarinet (5), vocals
(4); Peter Van Huffel: soprano saxophone (5); Andrew Neff: alto
saxophone (5); Loren Stillman: alto saxophone (5), vocals (4); Steve
Frieder: tenor saxophone (5), vocals (4); Bryan Murray: tenor
saxophone (5), vocals (4); Jason Rigby: tenor saxophone (5), vocals
(4); Samir Zarif: tenor saxophone (5); Carl Maraghi: baritone
saxophone (5); Tim Vaughn: trombone (5); John Yao: trombone (5); Max
Seigel: bass trombone (5), vocals (4); Jack Broad: electric guitar
(5), vocals (4); Scott DuBois: electric guitar (5), vocals (4);
Jesse Lewis: electric guitar (5); Terry McManus: electric guitar
(5); Rich Miletic: acoustic guitar (5), vocals (4); Alex Smith:
organ (5); Michael Bates: acoustic bass (5), Moppa Elliott: acoustic
bass (5), vocals (4); Matt Grason: electric bass (5), vocals (4);
Linda Oh: electric bass (5), vocals (4).
De eerste track van de cd doet direct en niet zo onwillekeurig
denken aan 'Ghosts' van het Peter Evans Quintet uit 2011. Het
elektronisch gestuurde 1'11" durende 'Camp Douglas' brengt de
inbreng in herinnering van Sam Pluta op Ghosts, de zgn live
processing die tijdens het spelen en opnemen de klank bijstuurt.
Verderop krijgt 'Camp Douglas' nog een tweede en derde vervolg zodat
de elektronische programmering door Chris Cash een weerkerend
gebeuren wordt in de loop van de cd. De associatie met Peter Evans
is niet toevallig, want met hem maakt Jon Irabagon de blazerssectie
uit bij Mostly Other People Do The Killing. De naam van MOPDTK laten
vallen geeft dan weer een idee in welke richting deze jazzplaat voor
een flink stuk uitgaat. Vanuit fascinatie en respect voor tradities
in de jazz, maar met een intense drang om nieuwe vormen te vinden
wordt met de tradities gedold. Wat goed is voor wilde exploraties en
lichtjes fantastische composities en improvisatie.
Het gaat er op Unhinged soms wel wat wild aan toe, maar net zo goed
kan je zeggen dat er enorm veel te beleven valt. Wie zijn jazz niet
grilliger wil dan hard bop haakt al af bij track 2, 'Charles
Barkley' waarbij (of met wie) het bij momenten nochtans lekker
vingerknippen is en de muzikanten heel knap een ruim tien minuten
durend stuk uitwerken. Het is niet het toegankelijkste nummer op de
cd, maar geeft aan van welk niveau de muzikanten zijn. Jon Irabagon
won in 2008 de Thelonious Monk International Saxophone Competition
en kan u ook kennen van samenwerkingen met Dave Douglas, Mary
Halvorson, Barry Altschul eva. Ralph Alessi is één van de beste
trompettisten van zijn generatie en dito geldt op drums voor Tom
Rainey en aan de bas John Hébert.
Meer uitnodigend dan track 2 om in deze 21ste eeuwse jazz mee te
gaan is wellicht de zwoele latin jazz van 'Lola Pastillas'. Hoe de
zuiderse passie hier met zalige humor en bedreven vingers, handen,
armen en benen wordt benaderd, het speelt met en overstijgt de
clichés, blaast ze aan de kant… om ze dan weer de hand te reiken en
te omhelzen. Het uitstapje naar de latin jazz is als een
vakantietrip, of een deel van een reis doorheen de
muziekgeschiedenis langs monumenten als Frank Zappa ('Kremzeek!'),
Paul Desmond ('Take Five'), orkestleiders als Count Basie en Duke
Ellington, Charles Mingus, John Coltrane enz.
Het resultaat is een heel gevarieerde, knappe cd. Helemaal iets voor
tijden van iPods en speellijsten die het beste uit verschillende
genres samenbrengen, maar dan samen op één cd van één geweldige band
met een resem gasten die de weelde alleen maar groter maken.
Lichtjes fantastisch.
Danny De Bock
|