|
|
|
Ruben Machtelinckx - guitar
Hilmar Jensson - guitar
Joachim Badenhorst - saxophone & clarinets
Nathan Wouters - double bass
Deze plaat plus cd vingen alras lof bij recensenten van Knack,
Cobra, De Standaard, Kwadratuur, RifRaf, Enola en hopelijk vergeten
wij er een paar. De jassepoes huppelt er achteraan en vleit zich
neer in het fijne weefwerk van de vier muzikanten. De jassepoes
spint bij zoveel moois.
Faerge is helemaal instrumentaal en toch klinkt menig stuk als een
schoon liedje dat behalve jazzaddicts menig pop- en rockliefhebber
moet kunnen bekoren, als die ook openstaat voor rustige, dromerige
sferen en schoonheid die opdaagt als uit een mist. Het zachtblije
'Ladakh' opent meteen zangerig, hemels mooi blaast Badenhorst bij
fijngevoelig bespeelde snaren die duidelijk maken dat het blij zijn
niet helemaal vrij is van weemoed. 'Hymne' opent het venster op
weidse, misschien Ijslandse landschappen die de muzikanten warmte en
kilte doet vermengen, op hun gelaat de glimlach met een zekere
tristesse. 'Louisiana' roept een uitgestrekt Amerikaans gebied op en
kan 'Soundtracks' van Yves Peeters Group in herinnering brengen
terwijl dit kwartet zonder drummer een heel ander klankbeeld laat
horen, waaruit hier een glasheldere klarinet omhoog kringelt.
Naarmate dit album vordert komen meer vrije klanken en geluiden in
het spel, check bvb 'Almost Gypsy', maar steeds weer komen er fijne
melodieën bij - soms hoor je schijnbaar een eerder gespeelde en toch
schuilt onder het mom van herkenbaarheid enorm veel variatie. Dit is
muziek vol vindingrijkheid en van wonderlijke pracht, nooit
opdringerig, wel innemend mooi. Associëren doe je vrij en bij deze
muziek, met of zonder bvb Bill Frisell, Mógil of Hank Roberts. Er is
plaats zat voor je eigen gedachten in deze muzikale ruimte. Tegelijk
liggen de composities nu vast op schijf en behouden ze iets
ongrijpbaars, zijn ze vatbaar om gelijkende en toch weer andere
wegen mee op te gaan. Echt knap.
Danny De Bock
|