|
|
|
Jasper Stadhouders: bass guitar, guitar; Onno Govaert: drums; John
Dikeman: alto and tenor saxophones ; Jeb Bishop: trombone,
electronics Roy Campbell: trumpet
Het kan verbazing wekken dat een groep die zo zwaar aanleunt bij jaren
'60 Europese en Amerikaanse free jazz zoveel concerten weet te versieren
als Cactus Truck. Zij gaan er met Dutch courage keihard tegenaan en in
het live circuit is daar blijkbaar belangstelling voor. Cactus Truck
speelt ook het soort van free jazz dat je gerust chaotisch mag noemen.
Hier mogen we spreken van wild uitfreaken en toch is dit niet zomaar een
zootje losgeslagen ongeregeld. Hier is meer aan de gang dan uitzinnig
hard gaan en luid en vrij improviseren. Dit heeft een drive en samenhang
die maakt dat Cactus Truck een publiek vind en bijval bij gerenommeerde
muzikanten in impro scenes in bvb Nederland en USA. Cactus Truck komt
met de impact van sixties 'Funhouse' Stooges en 'Machine Gun' Peter
Brötzmann al is het niet meer zo nieuw als toen. En toch slagen zij erin
om origineel uit te pakken, maw met een eigen stem die draad op te
pikken die een Peter Brötzmann blijft oppikken. Dikeman, Stadhouders en
Govaert doen wat ook sommige muzikale talenten in de impro scènes van
Chicago en Scandinavië (Ken Vandermark, Dave Rempis, Mats Gustafsson,
Paak Nilssen-Love) in sommige verbanden doen: onbeschaamd hard uitpakken
met muzikale terreur, maar ook creatief zijn. Wat impliceert dat er er
naar elkaar wordt geluisterd, ideeën worden uitgewisseld, dat er rustige
passages voorkomen en spanning wordt opgebouwd. Op 'Live in USA'
doet Cactus Truck dat in drie hoofdstukken en zoals de hoestekst
aangeeft: je moet je niet verplicht voelen om alles in één keer na
elkaar te beluisteren. Het eerste hoofdstuk speelt het drietal samen met
trombonist Jeb Bishop (zie ook The Engines met Dave Rempis). Dat is
meteen raak. Dat is met 'Prairie Oyster' ruim 17 minuten variëren tussen
vormen van headbangers plezier en van vogelgekwetter en daar past héél
wat tussenin. Het is een organisch werkstuk en geen zinloos loos gaan.
Dat is met 'Seans Gone' ook zo, maar anders, dat klinkt bvb Amerikaanser
free terwijl 'Prairie Oyster' meer Europees free ging. Hoofdstuk twee
vult Cactus Truck met zijn drietjes. Zo brachten ze vorig jaar 'Brand
New For China!' uit, een cd van een goed halt uur die al hoge ogen
gooide. Intussen is Cactus Truck zichzelf trouw gebleven en er weer een
beetje rijper op geworden. Of voor wie dit niet wil smaken: de rotte
appel zit in een volgende fase van het rottingsproces. Maar dit is wel
het soort uitlaatklep dat ook een Jon Irabagon tussendoor nodig heeft en
die meneer is een prijsbeest die nu ook met Dave Douglas in de hoogste
jazzdivisies speelt. Irabagon maakt van zijn wildste uitspattingen graag
zo'n beetje marathonsessies van ruim drie kwartier. Cactus Truck last al
eens een stop in, begint al eens terug van voren of aan. De ene keer
springen ze met zijn drieën de hete brij in en bakken ze er iets dampend
van ('Hot Brown'), een andere keer begint het klaaglijk, blaast Dikeman
alleen the blues ('The Twerk') voordat ze dat met drie verder uitwerken
of Govaert roffelt de boel in gang ('Magnum Eyebrow'). Of ze maken een
grapje zoals met 'Wedding Present (sorry Erin'). Hoofdstuk drie is één
(meer dan twintig minuten)lang nummer met Roy Campbell op trompet,
genaamd 'Ninja'. Stijdvaardig? Dat is wel het minste wat je kunt zeggen.
Snelheid en kracht worden afgewisseld met verstilling en slow motion.
Lange uithalen met korte die in verschillende snelheden elkaar opvolgen.
'Ninja' is lenig en verpletterend. Conclusie: op één schijfje krijg
je Cactus Truck in drie boeiende avonturen. Vooral de begeesterende
interactie met veelzijdige en ervaren rotten als Bishop en Campbell
(trompettist die oa ook graag zijn eigen heel warme etnojazz brengt)
maakt dat deze cd de vorige ruimschoots overtreft.
Danny De Bock
|