|
|
|
David Murray, tenor saxophone; Marc Cary, piano, organ; Jaribu
Shahid, bass; Nasheet Waits, drums; Bobby Bradford, cornet (on The
Graduate), Macy Gray and Gregory Porter: vocals
Misschien was u er ook bij toen met David Murray ‘plays Nat King
Cole’ een Latin feestje losbarstte op Jazz Middelheim. Dat groots
opgezette concert waarmee het festival de editie in 2009 afsloot,
ligt alweer enkele jaren achter ons. Nu is David Murray op toer met
Macy Gray.
Na N-Amerika, Japan en Brazilië is Europa aan de beurt. Hoog tijd
dus om het eens te hebben over de nieuwe cd ‘Be My Monster Love’.
De jonge David Murray liet zich beïnvloeden door de free jazz en
speelde jaren mee in de voorste gelederen van de avantgarde jazz,
maar om zijn eigen sound te vinden luisterde hij ook naar mainstream
groten zoals Coleman Hawkins en Ben Webster. Met de jaren is Murray
uiteenlopende kruisbestuivingen gaan opzoeken, o.a. met poëzie,
funk, Afrikaanse folk en latin. Hij schrikt er ook niet voor terug
om projecten op te zetten die een heel ruim publiek kunnen
aanspreken. Deze zomer verscheen ‘Be My Monster Love’ met
soul/R&B-ster Macy Gray, maar ook met de soulvolle mainstream zanger
Gregory Porter én op een track zelfs Murray’s leraar van lang
geleden: trompetspeler Bobby Bradford. Het is een album met veel
soul en een paar mooie boodschappen plus nog een dosis spanning en
horror.
Horror? Je moet wel naar de tekst luisteren om de verwijzingen naar
horror movies te horen, maar de tragiek in de hunkerende stem van
Macy Gray helpt je wel op weg in ‘Be My Monster Love’. De muzikanten
zorgen voor een spannende begeleiding. Dit volgt op het vurige
‘French Kiss For Valerie’, de vlotte en warmbloedige
liefdesverklaring van Murray voor diens echtgenote waarmee de cd
begint.
Spanning vind je ook op ‘Stressology’ met solo’s van Murray waarbij
invloeden van zowel free jazz als van swing en bop weerklinken, van
de immer uitstekende drummer Nasheet Waits die met rollende
bewegingen je hoofd doet tollen en van pianist Marc Cary die nerveus
op de toetsen tekeer gaat en de ritmetandem hem op de hielen zit. Na
het uitfreaken is het lekker dansen geblazen met ‘Army Of The
Faithful’ en het zingende hart-met-een-missie dat Gregory Porter
heerlijk vertolkt. Denk misschien even aan de funky jazzy stuff van
Al Jarreau ea, maar niet te lang, want dit komt met een stevige
groove die met beide voeten in de 21ste eeuw danst. Marc Gray swingt
hier als een antwoord op Count Basie.
Op ‘Sorrow Song’ doen de vetsappige sax en de heldere piano je je
zorgen vergeten. ‘About The Children’ en ‘Hope Is A Thing With
Feathers’ - opnieuw met Porter - brengen nog meer food for your soul
en dit zijn heel toegankelijke jazzy liedjes. ‘The Graduate’ dat op
de cd de twee van elkaar scheidt, doet vrolijk en vrij een ietwat
hoekig dansje. Daar kijkt Thelonious Monk om de hoek en na enig
bijna duikelen duiken fragiel de enige en opmerkelijke
trompetklanken op dit album op.
Dit is een schijf die rijkelijk inspeelt op het motto van jazz voor
iedereen. Hier is pak aan, dit sluit ook aan bij the Duke.
Danny De Bock
|