Didier Laloy & Tuur Florizoone : 'Didier Laloy & Tuur Florizoone' |
|||
De 'twee gigantjes' over mekaar of is het mét elkaar? Didier Laloy
en Tuur Florizoone zijn immers aan mekaar gewaagd al zijn ze wél
verschillend gewapend : Didier met de diatonische trekzak, bekend
vanuit de folk en Tuur met de chromatische Harmonica, zoals de
geschiedenis wil, een instrument met verschillende toonaarden,
gekend vanuit de musette of de jazz en da's nu net wat voor Tuur.
Beide muzikanten hebben elk immers een aparte achtergrond maar dat
maakt net zulks een duo erg interessant. Er zijn trouwens aardig wat
verschillen tussen beide instrumenten maar laat het ons makkelijk
houden op een eerder basic instrument, de bandoneon van Didier, of het
'volledigere' apparaat, mooi voor harmonieën, de chromatische
Accordeon van
Tuur. Beiden speelden reeds eerder en dikwijls samen, ze voelen en
vullen mekaar aan en dus gaan ze zeker niet duelleren. Hier worden
eerder samen verhaaltjes verteld en stemmingen geschilderd en dat
trok eerder al volle zalen, dus laat ons vooral dan maar es
luisteren ook, later hoop ik zeker nog es een concert mee te pikken
want hier in het Mechelse liep ik het mis wegens werk ... Ieder
schreef voor deze CD wat composities. Didier schreef er 4 en Tuur
neemt de andere zes voor zijn rekening. Laat ons eens luisteren om
te zien waar de duidelijke verschillen zitten én of we die d'er
kunnen uit halen ook ? (al heeft dit niet echt belang) Eerste aan
zet is Tuur met 'Disco Tuur', een mooie opener met een melodie die
wat dramatisch jachtig je adrenalinepomp in gang zet . Je luistert
geboeid en dan is't al gedaan want 't eindigt ineens, wat abrupt,
maar wel erg passend ook... 'Romaniste' is qua aanzet dan wat
voorzichtiger en walst je traag en een beetje treurig verder, een
ongetwijfeld romantische achtergrond heeft die, en da's er eentje
van Didier. We zitten al over de helft van de track als het buitje
opklaart en alles wat vrolijker wordt, maar 't blijft boeiend en,
gelijk met de muziek, sta je zó op je tenen. Te vermelden valt dat
zonder andere bijkomende instrumenten dit allemaal wat sacraals
heeft en je luistert dan ook eerbiedig, liefst ook zonder praatjes
in de buurt... Zo ook is 'Butterfly Valley', ongewoon kinderlijks
mooi en net zo zuiver ! 'Contamines, mon joie' smaakt dan weer erg
lekker door het samenspel, samen, maar toch ook apart, mekaar
toedekkend, instoppend aan de zijkantjes... Je verwacht en vermoedt
dan ook een machtig applaus in de theaterzaal, elke theaterzaal waar
beiden dit ooit al speelden. Sluit je ogen en raar genoeg zie je't
dan ook zo direct voor je ! Melancholie volgt dan in een stuk dat
gecomponeerd werd door Didier Laloy/Tanguy Thoveron en de accordeon
wordt daarbij op de kast met de hand aangeslagen in een passende
percussiekadans en vantijd hoor je het spel van de wind door de
blaasbalgen, 'Lisbonne' ...la tragédie denk je daar dan bij.
'Tragédie Lego' sluit daar dus erg passend op aan, ademt nu
opstandigheid uit en beide muzikanten vormen daarbij één front. Je
voelt je eigen bloed door d'aderen kolken, voert mee de strijd en je
gaat gelijk mee de barricaden op. 'Allons, vers la liberté', mes
camarades !'...Ja, aan fantasie heeft het me nooit ontbroken... 'Rue
St.Géry' brengt daarna de rust terug en ofwel is't nu slenteren door
een donkere straat, huiswaarts toe met de deemoed van het alledaagse
leven bovenop je wezen, ofwel kan dit eveneens aardig begeleiden bij
het rustig ontwaken van een plattelandsdorp. De eerste luiken gaan
daarbij open, de dag klaart maar 't blijft voor de rest toch nog nog
even stil...Ja, dat heb je zo met accordeon, die emotionele
uitstraling is zóooo groots...soms denk ik dat geen enkel ander
instrument dat op dezelfde manier kan bevatten, behalve de piano
dan. Eens goed wakker daarna, ga je dan aan de slag en da's wat
'Furlu' nu net ook doet, met de schouders d'er onder, gemotiveerd
maar ook erg gedoseerd, ja de werkendag duurt immers nog lang ! In
deze 'Furlu' zit dan ook een pauze bij ingebakken met een
conversatie vol éénstemmigheid. daarna gaat het tempo terug omhoog
want anders blijft den baas natuurlijk niet content ! De stemmen,
die conversatie, die blijft men daarbij echter voeren maar
uiteindelijk, dat voel je, komt er toch overeenstemming. 'Guyzing',
da's er nog ééntje van Didier, ademt dan voor het eerst op deze
schijf folk uit, de vreugde van het volksdansen ook en de
verbondenheid met de natuur. Hier gaan beide instrumentalisten dan
ook weer hand in hand in een rondedans van samenspel en mekaar in en
aanvullen en uiteindelijk mag de 'Pas encore' van Tuur daarna het
licht uitdoen maar niet vooraleer het terug rustig in en uit
ademhalen is...
Winus
|
|||