|
|
|
Peter Evans, trompet; Jon Irabagon, saxen; David Tayler,
bastrombone; Brandon Seabrook, banjo en elektronica; Ron Stabinsky,
piano; Moppa Elliott, contrabas; Kevin Shea, drums en percussie
Er is aan de teletijdmachine geprutst. Die mannen van MOPDTK weer.
De bende van vier is nu zelfs een zootje van zeven man sterk. Peter
Evans en Jon Irabagon blijven de sterren van het firmament blazen -
waarom niet, zeggen ze, er verschijnen altijd weer nieuwe sterren.
Moppa Elliott en Kevin Shea opereren nog altijd als clowns die u een
stoel aanbieden en breed lachend van onder uw gat wegtrekken - zij
halen originelere fratsen uit, maar ik mag het verrassingseffect
niet wegnemen, ze dreigen met een kogel in mijn voet als ik iets te
veel verklap. Deze vier hebben er nu David Tayler met bastrombone
bijgehaald plus Brandon Seabrook met banjo plus Ron Stabinsky aan de
piano. Kunnen ze nog meer geintjes uithalen - en er op toezien dat
brave lieden hun plaats kennen. De hoesfoto’s tonen de zeven heren
strak in het pak, met witte hemden en zwarte vlinderdasjes . Op de
cover zit de oudste, mister Taylor, er bij als een godfather terwijl
de zes jongere rechtstaan – u snapt het plaatje wel.
MOPDTK bestaat intussen 10 jaar. Enkele jaren geleden noemde Moppa
Elliot de groep “a terrorist bebop band”, nu komen ze zonder zoveel
woorden naar buiten als een zevenkoppig maffiamuziekmonster. MOPDTK
is een band met goede smaak, dat staat buiten kijf. Zoals het bij
jazz past eren zij tradities en daaruit nemen zij wat hen uitkomt om
heel eclectisch tot vernieuwing te komen. Anderzijds wordt waar
nodig brandhout gemaakt van uitgemolken clichés – er is niets mis
met verrimpelde appels, maar eens ze beginnen te rotten gaan ze uit
de mand en let je maar beter op dat jij ze niet tegen jouw appel
krijgt.
Zoals bij hun vorige albums horen ook hier weer originele liner
notes bij van ene zogeheten Leonardo Featherweight. Dit bestek is te
beperkt om daar over uit te weiden , maar laten we toch heel even
inzoomen. Die bij ‘Shamokin!!!’ eindigden met: “One hundred years of
Jazz history in every bite!!!”.
Met ‘Red hot’ nu nemen de heren de bijna 100 jaar oude stijl van de
hot jazz als vertrekpunt. Of liever: MOPDTK vertrekt vanuit 2013 en
bedient zich van een teletijdmachine richting roaring twenties. Geen
idee wie het voor hen geflikt heeft, maar deze machine laat nu ook
toe om op eender welk moment met de snelheid van het licht heen en
weer te reizen naar eender welk tijdstip in de hele periode tussen
toen en nu.
Zo is het mogelijk dat pianist Stabinsky bij ‘King Of Prussia’
citeert uit ‘The Entertainer’ van Scott Joplin én uit ‘Steppin’ out’
van Joe Jackson. Of dat in ‘Red Hot’ geluidsgolven opduiken van een
verdwaalde UFO. Om maar een paar voorbeelden te noemen. De
kwaliteiten van de muzikanten springen vele kanten uit, maar het is
toch vooral hot jazz wat op het programma staat. De bezetting is er
helemaal naar en de groep slaat werkelijk gensters. Als eerbetoon
aan Dixieland, New Orleans, Louis Armstrong, Jack Teagarden en
collectieve improvisatie kan dit tellen. Dat daar ook een verwijzing
naar Charles Mingus bijkomt (met ‘Orange Is The Name Of The Town’)
hoeft niet te verwonderen en sluit elke mogelijke verdenking van
racisme uit – de term Dixieland is immers wel eens misbruikt.
Old school is cool en MOPDTK is hotter than hot. Vraag het aan
eender welke kenner, niemand pakte jazz oude stijl ooit met zoveel
klasse en humor aan. Wie een vijfsterrenschijf zoekt, vind er hier
eentje met zeven !!! Geweldige muzikanten, echt.
Danny De Bock
|