|
|
|
Jan Klare, altsaxofoon en fluit; Bart Maris, trompet; Wilbert de
Joode, contrabas; Michael Vatcher, drums en percussie; Eugene
Chadbourne, gitaar en banjo
Jan Klare vertrok de afgelopen jaren graag van klassieke composities
(van Wagner, Ravel en Monteverdi e.a.), marsritmes en zelfs Burt
Bacharach om met 1000 allerlei richtingen uit te schieten. Hier
treffen we nu composities aan van de eigenzinnige gitarist en
banjospeler Eugene Chadbourne. Het betreft 8 titels uit 'The
Butterfly Garden', 's mans dubbel-cd uit 2007 met een septet waarin
Wilbert De Joode en Michael Vatcher meespeelden.
Met deze legendarische, experimentele Amerikaanse undergroundfiguur
Chadbourne hebben de muzikanten van 1000 veel zin voor avontuur en
improvisatie gemeen. Met zijn vijven fladderen 1000 + 1 soms
onverwachte kanten uit.
Meteen worden benen en hoofd van de luisteraar aangesproken. Terwijl
'Mexican Yellow' wordt ingezet is het heel verleidelijk om de knieën
op te tillen, om de benen en het hoofd in beweging te brengen. Met
de aanstekelijk primitieve percussie en de roepende trompet kan je
bijna gaan denken aan antropologische veldopnamen bij een
indianenstam. De 'Mexican Yellow' zou dan de dans moeten zijn voor
een vlinder die vnl. in Mexico voorkomt, maar dat is het dus niet.
Wie een dansnummer verwacht, is op het verkeerde been gezet. De
track heeft veel weg van de bewegingen van een vlinder die fladdert
en landt zoals het hem uitkomt.
Dat vrijelijke bewegen is iets waar elk van deze muzikanten heel
bedreven in is. Zij tonen dan ook herhaaldelijk een aparte voeling
met de weinig rechtlijnige figuren die vlinders in de lucht
afleggen. Bovendien lijkt het soms of ook de leefwereld van andere
insecten en dieren om de hoek komt kijken. Het gaat er immers niet
altijd even luchtig aan toe, op 'Californian Dogface' zelfs zo
ontstuimig dat je aan indie-gitaarrock gaat denken. Chadbourne,
Vatcher en de Joode rocken er stevig op los, Maris en Klare blazen
er vurig over en doorheen. 'Buckeye' is nog zo'n wilder stukje, daar
herinnert het vijftal aan Fukkeduk (jaren '90, met o.a. Bart Maris).
Na een opzweperig nummer neemt de band telkens gas terug. Dan
fladderen de vlinders van bloem naar bloem of zitten zij rustig
neer, terwijl ze nu een dan de vleugels openen en dichtslaan, zoals
bij 'Long Dash Skipper'. 'Regal Frittery' roept dan weer de
associatie op van 1000 vlinders die uitzwermen. Hier zorgt
Chadbourne met snel, prikkelend banjospel voor levendige beelden.
Geleidelijk laten de muzikanten, o.m. met gestreken bas het nummer
rustig landen. Het luchtige 'Silvery Blue' doet met walking bass
enigszins denken aan Tom Waits omringd door jazzmuzikanten.
Met zin voor variatie heeft 1000 + 1 een mooie bloemlezing
samengesteld. Voor wie een portie jazz ook grillig mag zijn als het
goed doordacht is en met grote beheersing wordt uitgevoerd is
'Butterfly Garden' een fijne en kleurrijke cd.
Danny De Bock
|