|
|
|
Joe McPhee, sax en trompet; Chris Corsano, drums en percussie
MNÓAD is een Waals evenementenplatform dat, vaak in Le Vecteur in
Charleroi, concerten, performances, tentoonstellingen en meer moois
organiseert. MNÓAD documenteert adhv cd's soms artiesten met wie het
uitpakt en zo bracht het recent deze 'Dream Defenders' uit. Deze cd
is de derde live-cd van het McPhee-Corsano Duo. Het Amerikaanse
platenlabel Roaratorio bracht eerder concertopnamen uit van 2010,
'Under a Double Moon' live in Parijs en van 2011, 'Scraps and
Shadows' live in Milwaukee. MNÓAD zet de reeks verder met een
concert uit 2012, live in Le Vecteur.
Joe McPhee speelt al bijna zo lang in de free jazz mee als het genre
bestaat. De eerste platen waar hij op mee speelde zijn van tweede
helft jaren '60 en sindsdien is de man uitgegroeid tot een levend
icoon. Om de muziek van deze blazer met platen te documenteren
richtte Werner X Uehlinger in 1975 Hat Hut Records op. In dat jaar
werd Chris Corsano geboren. Deze slagwerker heeft in
improvisatiekringen intussen ook grote faam gemaakt. Zowel McPhee
als Corsano spelen tegenwoordig soms samen met Evan Parker, een
andere eminentie van de free.
Op 'Dream Defenders' horen we het duo doen wat jazzmuzikanten in de
regel altijd doen: zij verbinden het oude met het nieuwe en zij
improviseren met een eigen stem. Die basisgegevens openen
perspectieven en laten werelden van verschil toe. Gezien hun vrije
invalshoek hoeft het niet te verwonderen dat McPhee en Corsano graag
nieuwe mogelijkheden onderzoeken en dat zulks niet resulteert in
hapklare duetten.
Op 'Dream Defenders' zijn meermaals thema's van standards de basis
voor de vrije improvisatie. Het 19de eeuwse 'Lift Every Voice And
Sing' is 'Lift (For the Dream Defenders)' geworden en 'Evidence' van
Monk heeft het duo geïnspireerd voor 'Other Evidence' en
'Circumstantial Evidence'. Maar de cd begint rond de andere kant van
de stelling 'It Don't Mean A Thing If It Ain't Got That Swing'.
'Ain't No Thing (For Duke Ellington)' geeft meteen een idee hoe
McPhee en Corsano tradities van antwoord dienen. Van de melodie van
'It Don't Mean A Thing' is geen spoor te vinden en swingen in de
oude zin doet het geenszins. Maar met rollende drums komt er veel
beweging in en met zowel wilde als traag slepende sax wordt het een
aangrijpend stuk. De free jazzmuzikanten kunnen klinken als woeste
krijgers, maar ook als tedere anarchisten. 'Lift' - gebaseerd op het
Afro-Amerikaanse anthem van hoop en vrijheid - beginnen ze als
vredelievende idealisten, maar gaandeweg schijnen ze overhoop te
liggen met de realiteit.
'The Icarus Effect' is opnieuw een nummer dat Corsano op gang trekt
met levendige percussie. Daar horen we McPhee op trompet met een
figuurtje dat zowel de indruk verklankt van een opstijgen als één
van neerdwarrelen. 'Other Evidence' biedt een hoge
herkenbaarheidsfactor in het thema van Monk, maar het wordt ook aan
flarden gespeeld. Met 'Tell Me How Long Has Trane Been Gone (for
James Baldwin)' komen we weer uitdrukkelijk bij de Afro-Amerikaanse
zaak. De titel verwijst naar de roman 'Tell Me How Long The Train's
Been Gone' van Baldwin, een homoseksuele schrijver die het vaak had
over raciale en seksuele problemen. Ook hier komen McPhee en Corsano
heel gevoelig voor de dag, ingetogen en zangerig zij het (ook) op
onconventionele wijze.
'Dream Defenders' vindt op een boeiende manier aansluiting bij de
roots en de beweegredenen van de free jazz in het bijzonder, maar
ook bij oudere jazztradities. Tegelijk laat het een knappe
samenwerking horen tussen muzikanten van verschillende generaties
die helemaal in het nu spelen.
Danny De Bock
|