Linus als Machtelinckx en Jillings met zijn twee was een welgekomen
ontdekking. Hun muziek kwam enigszins over als sigarettenrook die zich
duidelijk aftekent, maar heel snel oplost. Hun eersteling was een heel
fijne cd, met nummers die in al hun soberheid ook live de aandacht
wisten vast te houden. Na hun set in De Singer, voor Kaja Draksler aan
de hare begon, kon ik mij zelf niet inbeelden dat na de pauze een tweede
set van Linus even goed zou aanslaan. Je had toen tijdens hun set een
speld kunnen horen vallen en toch, de magie scheen zo broos, zo
vluchtig. Deze uitgepuurde muziek, bijna zo licht en dun als nevel,
drijft op een mysterieuze, uiterst rustige kracht.
Linus met de versterking van een tweede gitarist en een drummer brouwt
verder op het recept van Linus met twee. Linus met zijn vieren staat
voor verder borduren met meer klankkleuren terwijl de kern dezelfde is
gebleven. Niet enkel de toevoeging van een tweede gitaar en van drums
zorgen voor een breder pallet. Machtelinckx en Jillings halen zelf ook
extra instrumenten boven.
Omdat de kleurenrijkdom groter is en de samenhang heel sterk komt het
viertal al van bij het begin van de plaat heel overtuigend over. Aan een
heel rustig tempo gebeurt hier toch heel wat. De korte intro 'Vaag'
speelt met elektronica die als een vreemde ruis de oren doet spitsen en
meteen zorgt voor een aparte gewaarwording. Plots is die elektronica
daar, plots is ze ook weer weg. Een tweede element dat gauw opvalt is de
aanwezigheid van banjo's. Met 'Down' is het al prijs. Leek het even of
'Vaag' opgenomen was op een verre planeet, de banjo lijkt je mee te
voeren naar een denkbeeldige uithoek in de Far West, één waar creatief
wordt omgesprongen met repetitief getokkel. In het rustige 'Down' duikt
heel even een versnelling op, die ahw voor snel uitdijende cirkels
zorgt, maar niet voor lang.
De meeste nummers op deze plaat zijn vrij repetitief, maar kennen
gestage, vastbesloten ontwikkelingen. Ondanks duidelijke verschillen in
de instrumentatie komt Linus hier in de buurt van de albums 'Faerge' en
'Flock' van het project van gitarist Machtelinckx met Joachim
Badenhorst, Hilmar Jensson en Nathan Wouters. Er straalt een filmische
sfeer van af, alsof de muzikanten in landschappen zitten en staan, in de
vrije natuur. Alsof ze zonder woorden poëzie debiteren in taferelen
waarin langzaam enkele elementen bewegen. Onmiskenbaar zit er een heel
Westers aspect aan. Met de banjo's van Machtelinckx en Leroux kan je
niet nalaten te denken aan die goede oude USA. Door de rustige
ontwikkeling van ideeën lijkt de muziek dan weer geïnspireerd door
Oosterse filosofie. De kalmte en de overtuiging die hier weerklinken en
vooral op langzame ritmes drijven, stralen een bijzonder gevoel voor
evenwicht uit. Tegelijk is dit muziek waarbij het fijn ontspannen is én
luistermuziek die fascineert. Na enkele luisterbeurten kunnen sommige
stukken dan ook al heel vertrouwd aandoen en een warm gevoel van
herkenning opwekken, zoals 'Woodstock' dat makkelijk te vinden is op
youtube.
Echt een album dat de aanschaf waard is, zo kan je ook horen hoe
geweldig Christophe Albertijn de opname heeft verzorgd.
|