Als drummer bij het Jef Neve Trio belandde Teun Verbruggen in een
commercieel succesverhaal, iets wat lokaal was begonnen en
internationaal aansloeg. Dat trio ging vrij vlot tot ver over de
landsgrenzen en buiten Europa optreden met fijne jazz van de pianist en
wonderboy die volle zalen trekt. Daarnaast maakt Teun Verbruggen ook nog
deel uit van de ritmische motor van een ganse rij Belgische projecten en
groepen, als leider en als groepslid.
In The Bureau Of Atomic Tourism, afgekort BOAT, leidt Teun Verbruggen
een project dat tot de verbeelding mag spreken. Met BOAT werkt hij in
internationaal gezelschap aan muziek die eerder aan frontlinies en
avant-garde doet denken. Muziek die zich misschien altijd tot kleine
podia zal beperken, maar vast aan een eigen droom beantwoordt die
intussen toch maar werkelijkheid wordt. Met in de rangen namen die door
kenners hoog ingeschat worden, onder wie de meest markante nu Nate
Wooley is. Deze trompettist liet zich al opmerken terwijl hij de grenzen
van het klankpallet van de trompet verkende en verlegde. Intussen
bekwaamde hij zich ook verder in de fijne en de melodische kunst en nu
verbindt hij op meesterlijke hoogte traditie met vernieuwing. Zo speelt
hij op zijn nieuwste album flink wat muziek van Wynton Marsalis, zij het
op eigen wijze.
Maar terug naar BOAT. Mening criticus liet zich al heel enthousiast uit
over optredens en albums van deze groep en zo ook over deze cd, die is
samengesteld uit live-opnamen uit 2014. De composities zijn van de
groepsleden die meespelen; de leider is de spil, maar droeg geen nummers
aan. 'Hilsnut' opent op een ontspannen manier levendig en leuk, als een
bijna van reggae getint jazzrocknummer dat vrolijk de toon lijkt te
zetten, maar het maakt een drieste, donkere ommezwaai richting metal met
een tempowisseling die kan tellen. Het is één van de twee stukken op de
cd die het dichtste bij de stempel van 'gitaarnummer' komen, wat past,
want die beide zijn van gitarist Hilmar Jensson. Het andere is 'Pittles'
en dat laat zich enigszins associëren met de groteske humor en wilde
muzikaliteit van Flat Earth Society, bij wie Verbruggen ook drumt.
'Pittles' lijkt de verbeelding te willen prikkelen als een meezinger
voor headbangende ganzen. Het etiket jazzrocknoise waardig.
Ook van Andrew d'Angelo vinden we twee nummers op de cd. Het feestelijke
'Eohnit' doet denken dat d'Angelo meer met klezmer moet hebben dan met
latin music, al doet zijn familienaam anders vermoeden. Jozef Dumoulin
danst de composite into Space, Verbruggen klopt de vette deeg van de
feestcake smaakvol op, zodat we een luchtig mengsel krijgen. 'Numer
Ology' speelt heel anders met space, met de notie ruimte, het gaat
ritmisch heel speels om met stiltes en plakt spitsvondige passages bij
elkaar.
Van de andere drie leden krijgen we een enkel nummer en daar zitten de
hoogtepunten. Met 'Citrus' dat als stevige afsluiter komt van een cd die
uiteindelijk heel gevarieerd is en ook wel wisselvallig. 'Citrus' klinkt
als een nummer van een hechte groep die met prima afwisseling, hier een
combinatie van rechtlijnigheid en draaiingen, efficiënt is als een
citroenpers, of als een betonmolen, een krachtige groep die prestigieuze
plekken in het milieu aankan. Midden in de cd zit 'Carolientje en haar
bootje' van Jozef Dumoulin, een vreemd verhaal, een nummer van meer dan
12 minuten dat een moeilijk traject aflegt, maar dat in zijn mysterieuze
tocht de aandacht blijft vasthouden. Echt fascinerend. En daarop volgt,
mooist van al, het nummer van de trompettist, opgedragen aan een andere
trompettist. 'Ron Miles' toont hier, toonde dus in 2014 al, wat voor
pracht Nate Wooley zoal voor ogen had om weldra aan de wereld voor te
leggen.
Hapax Legomena: een momentopname die als cd een topper kan zijn voor een
aantal liefhebbers van het stevige werk, voor andere een boeiend
document waarop enkele nummers staan om nooit te vergeten.
|