JAZZ - WORLD MUSIC - BLUES - ROOTS



 









 



ECM 2462


 

     
 
GIOVANNI GUIDI, GIANLUCA PETRELLA, LOUIS SCLAVIS, GERALD CLEAVER : 'IDA LUPINO'


     



Giovanni Guidi, piano; Gianluca Petrella, trombone; Louis Sclavis, klarinet; Gerald Cleaver, drums 



Met ‘What We Talk About When We Talk About Love’ als openingsnummer zou je al bijna denken dat je een standard hoort die je niet meteen herkent. Het is ook een bekende titel, maar wel van een kortverhaal van Raymond Carver. In zijn verhalen spelen dialogen dikwijls een grote rol en die draaien vaak rond moeilijke situaties en tragische momenten in de levens van gewone mensen. Het alarmerende komt op een weinig spectaculaire manier in beeld, maar de diepmenselijke onderwerpen kruipen diep onder de huid. Hoe vaker je deze cd beluistert, hoe groter de aanpak van deze muzikanten gelijkenissen schijnt te vertonen met het proza van Carter. De muziek is steeds de uitkomst van hoe de muzikanten naar elkaar luisteren en op elkaar reageren, al naargelang het thema rustig of nerveus, in een staat van heerlijke harmonie of in spanning.

In de eerste helft van de cd klinkt deze uitgave van ECM heel overdacht en lijkt elke compositie helemaal doorgesproken. Het begint met een pracht van een eerste nummer, gevolgd door een afwisseling van werveling en evenwicht. ‘What We Talk About When We Talk About Love’ straalt een bijzondere schoonheid uit, die uitgaat van een sobere, melodische aanpak die uitnodigend toegankelijk is. De pianist en de drummer kiezen voor duidelijke lijnen, herhaling en trage ontwikkeling. De trombonist toont zich een rustige verteller die gehoor weet af te dwingen. In nummer 2, ‘Just Tell Me Who It Was’, duikt voor het eerst de klarinet op die steeds opgewondener lijkt te spreken en voor het eerst op deze cd pakt een dosis drama als een zware wolk samen. Het blijft bij een gebald, perfect afgerond stukje van 3’39”. De opwinding stijgt opnieuw op ‘Jeronimo’ en intussen valt trombonist Gianluca Petrella op met een expressieve, soms genepen blaasstijl. Hier en daar zal hij er op deze cd bijna dierlijke schreeuwen mee uitbrengen, terwijl hij elders de zuiverste noten mooi rond blaast.

De cover van ‘Ida Lupino’ die als vierde track op de cd staat, draagt er extra toe bij dat alles zo compleet onder controle klinkt. Deze compositie van Carla Bley krijgt hier een pakkend mooie uitvoering die op een zo grote hoogte staat als de solo pianoversie van Paul Bley op ‘Open, to love’ uit 1973. Het wordt sober gebracht, met een rust en een warmte die (wie daarvoor openstaat) diep kunnen raken. Met ‘Per I Morti Di Reggio Emilio’ van Amodei krijgen we er meteen de tweede compositie achteraan die niet afkomstig is van het centrale duo Guidi/Petrella of ontstaan uit gezamenlijke improvisatie. Hier zwelt de grandeur aan, met enige pathos.

De namen van Giovanni Guidi en Gianluca Petrella doen misschien niet meteen een belletje rinkelen, maar voor fans van Enrico Rava kunnen zij geen onbekenden zijn. Giovanni Guidi heeft met een trio onder eigen naam al een paar cd’s uit bij ECM. Op deze cd maken de pianist en de trombonist een uitbreiding van hun duo-project SoupStar en dat doen ze met twee vermaarde muzikanten – grote namen naast het terrein van de mainstream, de meer vrije jazz en de improvisatie. Drummer Cleaver vult ritmisch aan, wellicht blindelings, uit het blote hoofd en op gevoel. Sclavis horen we niet op elk nummer, maar als hij er is, dan grijpt hij de aandacht van de luisteraar. Zoals o.m. op ‘La Terra’ waar hij eerst een heerlijke intro blaast, waardoor je een compositie verwacht van een grote naam uit de klassieke muziek.

Als in de tweede helft van de cd de ruimte voor improvisatie groter wordt - of duidelijker hoorbaar - blijft de muziek prachtig. De overdachtheid krijgt een spontanere lading, die evenzeer overtuigt. Je krijgt er meer uithoeken te horen, waar ze samen kunnen geraken zonder elkaar of het grotere geheel uit het oog te verliezen of te verwaarlozen. De passie betreedt er minder toegankelijke paden, de afwisseling gaat langs fantasierijke en dromerige schoonheid, de ziel waart ook door desolate landschappen… Zo duidelijk als alles eerst was of toescheen, zo blijft het niet. Zoals in het echte leven, zoals in kortverhalen van Carver of zoals in de muziek van Paul Bley dringt improvisatie zich op. Guidi, Petrella, Sclavis en Cleaver hebben alles in huis om glansrijk te bekoren en scheren in deze samenwerking hoge toppen.







Danny De Bock





 



 
       

 


2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013

2014 2015 2016 2017 2018

 

 

 ©  JAZZEPOES 2018

 

 

HOME