Als je 2 toppers samenbrengt op 1 podium betekent dat niet noodzakelijk een
succes maar Tutu Puoane, onze sterzangeres met internationale allure (kan
het ook anders ) en Nationale trots het Brussels Jazz Orchestra, da’s samen
de lekkerste taart die je met twee topcomponenten kunt bakken ! Ik heb
zelden de stadsschouwburg in Mechelen zo vol weten zitten ook, balkon en
parterre waren, op een paar plaatsen na, volledig bezet met enthousiaste
liefhebbers met het hart ook op de juiste plaats want ‘We Have a Dream’, het
programma dat vandaag hier gebracht wordt, is meer dan een eresaluut aan
Martin Luther King van wie de gevleugelde woorden, weliswaar dan nu in het
meervoud, gebracht wordt ! Frank Vaganée, vooraanstaand altsaxofonist,
orkestleider en artistiek directeur van het BJO mocht dat de ochtend na dit
concert nog eens gaan uitleggen in ‘de Zevende Dag’, ochtendprogramma met
duiding en cultuur, van de VRT, onze Nationale TV-zender. ‘We Have a Dream’
is een project met protest en mensenrechten songs dat verder gaat dan het
kleurenracisme. Tutu en Frank zaten daarom aan de start van dit project rond
de spreekwoordelijke tafel om opvallende (protest) songs uit te kiezen die
allen handelen rond de brede problematiek van mensenrechten : vrouwenrechten
en emancipatie, slavernij, gelijke rechten voor holibi’s, ongelijkheid van
de economisch minderbedeelden. Alles samen gebracht in een verhaal, een
boodschap over leren samen leven in vriendschap en vrede. Als dat even zou
kunnen ! We krijgen de 12 songs te horen uit de CD die in Februari
uitgebracht werd maar niet noodzakelijkerwijs staan ze vanavond in dezelfde
volgorde als op de plaat.
Het zal ongeveer half negen geweest zijn als de lichten dempen en er een
korte intro, een amnesty international filmpje, volgt,waarna het orkest full
power uitvalt met ‘War’, een krachtig Nee ! tegen het beest dat Oorlog heet
en voor niks goed is. Ik en de meesten onder ons waarschijnlijk kennen dit
nummer nog van de gelijknamige hit van Edwin Starr uit 1970, een nummer
geschreven door het songwritersduo NormanWhitfield/Barett Strong. Krachtig
statement dus om te beginnen en de band balt meteen de spieren : ritme,
prachtige blazerssectie en samenspel ! Verdiend applaus aan de start waarna
Tutu opkomt en verder gaat met ‘Why (the King of Love is dead)’ van Nina
Simone. Tutu staat er sober bij in het donkergrijs, eigenlijk in harmonie
met de outfit van de band, maar mocht , wat mij betreft, dat wat kleurrijker
of met een afstekende toets doen zoals een gekleurde hoofdband zoals ze
trouwens daags nadien ook deed toen ze performde met haar 7 begeleiders uit
het orkest in De Zevende Dag op de VRT. Geschreven door Nina Simone naar aanleiding
van het overlijden van de man die ze bewonderde brengt Tutu dat evengoed met
een overtuigende kwaadheid in haar stem .
Mij moet ze al lang niet meer overtuigen, ik bewonder deze klassezangeres
al langer als vandaag… Zij geeft na de song in een welkomstbabbel nog haar
verlangen naar een leven in vrede mee en stelt de solerende trompettist
voor, en er volgt een bijkomend applaus voor Carlo (Nardozza). Vervolgen
doen Tutu en de band met één van Tutu’s favourites en da’s natuurlijk Joni
Mitchell, zangeres die ik pas later leerde waarderen maar waar ik wel graag
telkens wat uitleg bij de teksten behoef. Een persoonlijk jeugdverhaal van
Joni, dit ‘Cherokee Louise’ , een verhaal over racisme, armoede en sexueel
misbruik. Geschikt dus voor een bewerking voor dit programma, solist is nu
saxofonist Dieter Limbourg en de song sterft mooi uit onder de vingers van
pianiste Nathalie Loriers…
Dan krijgen we een specialleke waarvoor er zich 5 muzikanten waaronder ook
leader Frank Vaganée zich losmaken uit het orkest en zich als het ware in
een Dixieland bezetting vooraan bij op het podium scharen naast Tutu.
Uitstekende gelegenheid ook om te scatten bij deze’ Inner City Blues (Makes
me wanna Holler)’ van ‘one of the best musicians that ever lived in
Oostende’ dixit Tutu en dan verwijst zij naar Marvin Gaye natuurlijk ! We
krijgen tijdens de orkest begeleiding een uitstekende solo van Kurt Van
Herck en het gaat een gang vooruit ! Een bijzonder lekker nummer blijkt dit
rond de minder verkwikkende toestand in de Amerikaanse inner city
ghetto’s…Diversiteit genoeg in de songs ook want heel stijlvol vervolgen we
daarna met een supermooie ballade van soulsinger Donny Hathaway. ‘Someday we
‘ll all be free’, da’s een mooi vooruitzicht ook al blijft het vooral ook
een wens voor zovelen… Niet opgeven is de boodschap dus hier, al gaf Donny
het ooit zelf op toen zijn leven eindigde met depressie en mogelijks, want
da’s niet zeker, met zelfmoord… Terug dan naar Joni Mitchell met een
buitengewone orkestversie van haar ‘Big Yellow Taxi’ met mooie zangpartijen
en een passende , vloeiende pianosolo tussendoor van Nathalie Loriers. Het
publiek smaakt het allemaal, zit er, na het applaus, wachtend op het volgend
nummer, stil en uitkijkend naar meer moois bij…
En dat komt er ook even later, na een nieuwe setup met alleen maar Toni
Vitacolonna bij in de front met de floortom. ‘Not yet Uhuru’ (Uhuru is
Swahili en betekent freedom, vrijheid…) van Tutu’s landgenote, de Zuid
Afrikaanse Letta Mbulu zet Tutu aan de loop-pedals zodat we algauw naar een
koortje Tutu’s zitten te luisteren waar één leading stem bovenuit knalt.
Groots ook wanneer de zware baritonsax van Bo Van Der Werf invalt, Tutu met
percussie bijvalt en we naadloos overgaan naar ‘Four Women’ en da’s er weer
eentje van Nina Simone over de nalatenschap van de slavernij en het misbruik
dat er mee gepaard ging.
Heel gesmaakt daarbij is de gevoeligheid zoals alleen een trombone die kan
voortbrengen, solist is Frederik Heirman. Cymbalenwerk rondt de song af
waarna verder met veel cymbalen en stevig getrommel het tragische verhaal
van Georgie ,een homolevensverhaal, eindigend met ‘a gay killing’
introduceert.‘ The killing of Georgie’ van Rod Stewart is dat en waarlijk
een hele mooie song, mij eerder onbekend. De song eindigt op een finale in a
real broadway way met schitterende arrangementen deze keer door Gyuri Spies.
Aan dit ‘We Have a Dream’ verhaal werkten trouwens in totaal 6 arrangeurs
mee en zij leverden prachtwerk om deze songs te vertalen naar big band music
!
Intussen zitten we al een uur ver, een uur dat voorbijvloog..how time flies
when you’re having fun ! De orkestleden worden voorgesteld dan en da’s een
hoop talent hoor, ook buiten dit prachtorkest…
Terug naar bezinning dan voor het laatste bedrijf met het treurige maar
wondermooie ‘They Dance Alone’ van Sting en het verhaal van the disappeared
in Chili, tijdens het Pinochet regime…De bariton van Bo Van Der Werf
onderstreept de dramatiek terwijl in gedachten de tranen vloeien,
aangrijpende song vind ik het en de klasse van de grootse zangeres die Tutu
is straalt ervan af.
Ritmisch wordt daarbij in de handen geklapt terwijl Frank stevig soleert
tussen zijn orkest, er volgt een enorm applaus en dan zijn we haast toe aan
het laatste nummer… De zaal gaat daarbij ook aan het klappen op de true
gospel van Stevie Wonder : ‘Heaven Help us all’ … yeah ! en Hendrik
Braeckman mag daarbij op zijn beurt uitbundig soleren op de gitaar. Een
bijzonder lang applaus volgt dan alvorens we uiteindelijk dan afsluiten met
‘It’s not easy being Green’ van bassist Joe Raposo, vooral bekend van zijn
compositiewerk voor ‘Sesame Street’, de kindertelevisiereeks en dit nummer
ken je misschien ook nog uit ‘Muppet Street’ alwaar Kermit, the frog , het
ooit zong. Jos Machtel aan de bas is de geschikte man om hier accenten bij
te leggen…Mooi, mooi, mooi ! En daarmee wordt dit concert dan na goed
anderhalf uur klasse entertainment afgesloten. Zucht !...kan het nog mooier
?...
|