Donderdag 5 Juli
: U.S. scoort hier, op GentJazz !
Deze vierde dag van Gent Jazz wordt een jazz dag volgens mij zonder oude
knarren uit de pop sector. Zonder bekende namen is de ticketverkoop dan
ook matig, de weide en de zaal zat zowaar maar voor nog geen ¾ gevuld en
dat mag ook eens. Opvallend is wel dat het allemaal instrumentale bands
zijn zonder zang dus. Het is jazz on a summer’s day.
Loriers - Postma - Gerstmans
hoofdpodium 16u30
Nathalie Loriers, piano -
Tineke Postma, saxofoon -Sam Gerstmans, bas
Ik en de dochter pikken nog enkele nummers mee van dit technische
jazztrio. De eerste act op de main stage is voor pianiste Nathalie
Loriers uit Namen met Tineke Postma uit NL op saxofoon en met Sam
Gerstmans uit Luik op contrabas. Ze hebben geen drummer nodig en onder
de noemer - less is more- gaan zij een dialoog aan in trio bezetting.
Loriers zit soms letterlijk mee te praten achter haar piano. Het is een
mooie relaxte sfeer met een goed helder geluid dus zonder die vaak
vervelende dreunende basgeluiden. Ze spelen nummers van hun twee platen
‘We Will Really Meet Again’ en ‘Le Peuple Silencieux’. Ze brengen
layed-back jazznummers afgewisseld met gedurfder en groovy werk. Ze
blijven toch steeds mooi in balans spelen. We onthouden nummers als het
erg rustige ‘Luiza’ van AC Jobim en haar eigen nummer ‘Dinner with
Ornette and Thelonius’ dat na een duo van sax en bas loskomt met
heerlijke pianoflarden. Op het einde ronden ze af met het titelstuk ‘we
will really meet again’ en het heerlijke ‘Lennie knows’ dat inderdaad
herinnert aan die fantastische Lennie Tristano met zijn leerschool. Dit
is echt voer voor de pure jazz fanaten. Op het terrein kom ik veel
bekend volk tegen met wat Belgische muzikanten ook.
Michel Proesmans
Brad Mehldau Trio
hoofdpodium 18u30
Brad Mehldau, piano - Jeff
Ballard, drums - Larry Grenadier, bas
Brad Mehldau is een graag geziene gast
op de Belgische jazzfestivals en hier al de 5de keer op GentJazz. De
invloedrijke jazzpianist uit New York brengt zijn eerste trio mee van in
zijn mooie beginperiode ‘the art of the trio’ platenreeks. Het is toch
vooral Brad die de toon en melodie aangeeft. De anderen zijn puur
intelligente begeleiders en kennen mekaar door en door. Jeff Ballard
benadrukt sterk de symbalen en Larry Grenadier vult de gaatjes op. Brad
speelt beheerst en kijkt wat opzij met zijn ogen dicht in volle
concentratie. Hij spreekt het publiek aan in het Nederlands en dat komt
door zijn Nederlandse zangeres Fleurine.
Ze openen met ‘Ode’ en de toon is gezet en vervolgen met 'Spiral', uit
de recentste cd 'Seymour reads the constitution' met zijn onnavolgbare
linkerhand die onafhankelijk speelt van zijn rechterhand. Met het
latinachtige 'Secret beach' in heerlijke opbouwende laagjes en 'C minor
waltz' neemt het trio wat gas terug. Bij de jazzstandard 'Long ago and
far away' van Jerome Kern laat Larry Grenadier een basintro horen
waarbij het publiek toch wat stiller is. Er volgt een dialoog tussen
Mehldau en Ballard die feller en feller speelt tot een bejubelde
drumsolo toe. Daarna volgt nog een ballade 'I fall in love too easily'
weer van Jerome Kern met een lang uitgesponnen piano einde van de
meester Mehldau met een staande ovatie tot gevolg. Mehldau klinkt warm
en redelijk toegankelijk. Er zijn vaak kleine, genadeloze versnellingen
van de ritmesectie die de druk erg hoog opvoeren. Dat is de uitdaging
waar ze voor gaan als hecht trio en stellen een referentie voor de
moderne piano trio’s.
Michel Proesmans
Chico Freeman Plus+tet
hoofdpodium 20u30
Chico Freeman, saxofoon -
Anthony Wonsey,piano - Kenny Davis, bas - Rudy Royston,drums
Net voor Chico Freeman moet beginnen
zijn de Sabam jazz awards snel door Sven Gatz uitgedeeld: 5.000 en
10.000 euro zijn er voor respectievelijk Niels Van Heertum voor zijn
werk op het euphonium en Robin Verheyen van Taxiwars. Door die zeven
haasten begint Chico Freeman al aan zijn set terwijl veel mensen nog
niet binnen zijn in de tent. Bon de reeds 68 jarige Chico Freeman uit
Chicago vliegen er direct stevig in met ‘black inside’ met zijn kwartet
van jonge voor mij onbekende jazzmuzikanten. Ze maken er een gezellige
drukke bende van met steevaste leider Chico op de sax. En hij zag dat
het goed was.
Freeman kennen we natuurlijk van zijn samenwerkingen met Sun Ra, Dizzy
Gillespie, McCoy Tyner. Ze dragen een nummer ‘Elvin’op aan drummer Elvin
Jones die door de fenomenale drummer Rudy Royston van salvo’s en tempo’s
is voorzien. Halfweg de set spelen ze enkele tragere nummers met ietwat
minder samenhang samenhing. Ook een xylofoonspeler Anthony Kerr komt er
even bij en geeft ons wat extra vibes. Pianist Anthony Wonsey strak in
het pak speelt ook enkele verdienstelijke solo’s. Plots valt het licht
uit en de schermen en horen we weer een swingend nummer tot jolijt van
het publiek. Het publiek lust alles als pap want ze brengen complexloze
en verteerbare jazz zonder echt moeilijk te doen. In ‘To Hear a Teardrop
in the Rain’ scheurt en loeit Chico met zijn sax maar naar het einde toe
weer poeslief en vrolijk.
Ze lopen wat uit door die lange afsluiter en eerbetoon aan de pianist
McCoy Tyner van John Coltrane met wie Chico een nummer schreef. Zo zie
je maar ook, vandaag is Coltrane nog lang niet vergeten.
Michel Proesmans
Hudson
hoofdpodium 22u30
Scott Colley, bas- John
Medeski,toetsen - Jack DeJohnette,drums - John Scofield,gitaar
Laatste artiest Hudson is een
supergroep uit New York die afkomstig is van de Hudson River Valley. De
bluesy gitaarstijl moet herinneringen oproepen aan de popgoden uit de
sixties zoals Dylan, Mitchell en Hendrix. Maar de nummers die ze spelen
zijn moeilijk herkenbaar en het komt allemaal wat moeizaam op gang.
Blijkbaar is dit de eerste show van hun Europese tour en is het nog wat
zoeken. Het zijn allemaal getrainde vaklui en met ferme staat van dienst
maar ze lopen mekaar voor de voeten. Vooral DeJohnette, de spil van dit
gezelschap zet aarzelend in van Jimi Hendrix’ ‘Wait Until Tomorrow’.
Zijn zangpartijen in ‘Castles Made of Sand’, ook van Hendrix en zijn
eigen compositie ‘Dirty Ground’ zijn niet om over naar huis te
schrijven. Het geheel doet denken aan de progressieve rock uit de jaren
‘60, maar dan zonder de drugs en met grijze baarden.
De benjamin van het geheel, John Medeski op keys zorgt voor moderne
inbreng op Hammond met wat elektronische effecten. Het is wachten op
beter vind ik en ik zie bosjes mensen geleidelijk aan huiswaarts keren
of naar de bar gaan. Ik kruip toch wat korterbij want Scofield kennende
moet er nog iets gebeuren. Bij het latinachtige ‘El Swing’ uit hun album
Hudson neemt de gitarist eindelijk de lead en een eerste applaus volgt.
‘A Hard Rain’s A-Gonna Fall’ is een amper te herkennen Bob
Dylan-interpretatie en het komt allemaal zo moeilijk van de grond
alhoewel de muzikanten pogingen doen maar de samenhang in het team is te
snijden. In het voorlaatste nummer speelt Scott Colley een ferme bassolo
en vooral de bis ‘Woodstock’ van Joni Mitchell is nog het beste voor mij
van de avond. Eindelijk iets van Joni !
Michel Proesmans
Sal La Rocca 4tet
garden stage 17u50 -19u50 -21u50
Sal La Rocca, bas - Jeroen van Herzeele,
saxofoon - Lieven Venken, drums - Pascal Mohy, toetsen
In de garden stage horen we drie keer
een sessie van de Belgische contrabasspeler Salvatore La Rocca. Hij
heeft de touwtjes in handen en geeft teken wanneer de andere mogen
invallen. La Rocca is toch de laatste jaren erg actief bezig en we zien
hem graag in de Jazzzolder Mechelen of Jazzathome en met name hier kan
hij met zijn band schitteren. Hij is een gedreven Siciliaan en veel
gevraagde bassist. Zijn muziek is bevrijdend en durft de free jazz aan
zonder zijn groove te verliezen. De geest van Coltrane is
alomtegenwoordig in La Rocca’s oeuvre. Ook Jeroen Herzeele is een
fervente aanhanger van Coltrane getuige ‘Lonnie’s Lament’ en ‘Jupiter’
van Coltrane dat ze met overgave brengen. De geest van Coltrane daalt
neer over de garden stage.
De strakke timing zorgde er wel voor dat je niet alles kan meepikken.
Vele mensen blijven ook tijdens de optredens buiten gezellig op de
festivalstoeltjes zitten.
Michel Proesmans
Too Noisy Fish
garden stage 00u00
Peter Vandenberghe, piano
- Kristof Roseeuw, bas - Teun Verbruggen, drums
Op de garden stage brengt Too Noisy Fish hun ‘Furious Empathic Silence’
album waarin ze Ives, Ravel en Messiaen en jazziconen Miles, Monk en
Cecil Taylor samenbrengen. Met andere woorden: deze vis is niet alleen
luid, maar heeft ook gevoel voor ritme. Het drietal staat ook bekend als
de ritmesectie van Flat Earth Society. Ze putten hun inspiratie uit om
het even welk muziekgenre, met de vrijheid van jazz als
gemeenschappelijke noemer. De composities laveren tussen jazz, rock,
techno, impro, film, hedendaagse muziek ...
Ze spelen inderdaad stevig door en overladen je met beats en technische
hoogstandjes. Het gonst van beats, impro en drum ’n bass grooves met een
vleugje humor: ‘FUQ’ (frequently unanswered questions) is erg vette
jazz. ‘FID’ (Frédéric in Doubt) draait rond Chopin. Met veel
borstelgeristel brengen ze ‘Fiercely Shaken, Not Stirred’ referend naar
Bond 007. En dan weer iets completly different ‘can’t stop’ van Miss
Elliott gekruid met Giant Steps van Coltrane ? Yes Coltrane was in the
house on the garden stage.
Hun onuitputtelijke stroom van ideeën, hun rijke vocabularium en hun
hyperkinetisch samenspel maken van hen een ruwe diamant die de
luisteraar kan blijven slijpen.
Michel Proesmans
|