Zaterdag 7 Juli
: Verder bouwen op een gedegen fundering !
FUNDAMENT
hoofdpodium 16u30
Peter Jacquemyn,
contrabas, stem, concept - Eric Sleichim, tubax - Yannick Peeters-
Kristof Roseeuw-Lode Leire-Pieter Lenaerts, contrabas - Carl-Ludwich
Hübsch (D)-Jan Pillaert, bastuba, stem - Matthias Muche (D), Trombone -
Gregoire Tirtiaux, baritonsax, stem - Mathieu Lilin (FR), baritonsax -
Peter Verdonck, bassax, stem
Contrabassist Peter Jacquemyn is een
van de belangrijkste Belgische figuren om creatief om te gaan met de
erfenis van de free jazz. Hij trad in de voetsporen van Peter Kowald
zaliger toen hij hem verving in het trio met Assif Tsahar en Vladimir
Tarasof. Ter ere van deze bassist die mee de Europese free jazz vorm
gaf, verscheen vorig jaar nog de cd In Memoriam Global Village van het
trio Gunda Gottschalk, Xu Feng Xia en Peter Jacquemyn. In zijn
experimenteerdrift is hij de laatste jaren ook actief in duo met Stefan
Prins die meespeelt met louter elektronica en de grenzen verlegt van
live processing.
Op Gent Jazz mocht Jacquemyn een hoogdag voor jazz cats op gang trekken
met nog een ander project. Fundament, een 12-koppig ensemble van louter
basinstrumenten, maakte diepe indruk in 2017 tijdens een JazzLab-toernee
die voornamelijk langs kerkgebouwen voerde. Het liet geen twijfel dat
een concert van Fundament ook in een festivaltent voor een bijzondere
ervaring zou zorgen en de verwachtingen werden ruimschoots ingelost.
Jacquemyn zette links vooraan op de scène alleen in, met strijkstok in
het lage register, van waaruit hij pas na enkele minuten naar scherpere
en hogere klanken overging. Toen begonnen blazers geluiden toe te voegen
om geleidelijk en met stemmen erbij te evolueren naar een eerste vorm
van drukte – en plotse stilte, die enkel de tubax niet respecteerde.
Daarop volgden in uiteenlopende gedaanten bewegingen van aanzwellen en
wegdeemsteren, versnellen en vertragen. De bassen konden snel en
schurend te keer gaan of heel traag een duistere sfeer oproepen. Een
brij van geluiden groeide uit tot een donkere massa waarin dreigende en
schreeuwende stemmen als bosgeesten hun demonen loslieten. We zagen en
hoorden een climax groeien nadat de een na de ander zijn instrument liet
liggen om rond Jacquemyn te gaan staan en mee te zingen. Dat mondde uit
in een woest en verwilderd soort nasale keelzang dat voor de woede had
kunnen staan van een bedreigde diersoort.
Daarna ging ieder weer zijns weegs en bouwde en pompte het ensemble zich
in fasen weer op. Een ander hoogtepunt speelde zich centraal af toen
niet één, maar vier muzikanten vooraan op het podium trombone gingen
staan spelen. Die fase was ingeleid door dialogen van trombonist Mathias
Muche met de bassisten en de blazers, gecombineerd met solo’s. Het
kwartet van trombones (met Jacquemyn en de tubaspelers naast Muche)
noemde de leider van de groep nadien op FB een tribute aan Johannes
Bauer. Daarop volgde een energiek komen en gaan van blazers, trokken de
bassisten hun snaren tegelijk naar links en naar rechts. Om dan stilaan
te vertragen, uit te dunnen en ahw het slotakkoord aan Peter Jacquemyn
te laten, die met diepe Mongoolse klanken afrondde.Op de schermen naast
het podium zagen we intussen geen muzikanten uitvergroot, maar een
intrigerend lijnen- en vegenspel van Brody Neuenschwander
Danny De Bock
Jason Moran and The Bandwagon
hoofdpodium 18u30
Jason Moran, piano - Tarus
Mateen, bas - Nasheet Waits, drums
Jason Moran heeft met Tarus Mateen op elektrische bas en Nasheet Waits
op drums een hoog gewaardeerd pianotrio dat bijna twee decennia meegaat.
The Bandwagon passeerde hier al toen Gent Jazz nog Blue Note Records
Festival heette, de eerste keer in 2003 in het gezelschap van saxofonist
Sam Rivers. In hun repertoire verwerken zij invloeden van oude jazz en
van allerhande vernieuwers, maar ook van blues, klassieke muziek en
hiphop.
Zijn brede interessesfeer en een sterke hang naar kunst drijven de
pianist ook in andere groepsverbanden. Zo herinneren we ons graag zijn
Live:Time met zijn echtgenote mezzo-sopraanzangeres Alicia Hall Moran en
gitarist Bill Frisell in 2009 op Jazz Middelheim, waar hij in 2015 nog
artist in residence was. Toen bracht hij oa zijn All Rise, een
kleurrijke update ter ere van Fats Waller.
De gedachte aan Fats Waller kwam al op in het begin van de set, tijdens
“Wind” dat na spaarzame toetsen aan de piano al gauw verschillende
stijlen in de jazzgeschiedenis aandeed. Het trio joeg een fijne melodie
zwierig en wild wervelend langs ragtime en recentere richtingen. “Big
News / More News” zette in met een aandoenlijke gevoeligheid waarbij de
bassist de uitdrukking van de gevoelige snaar opvallend treffend raakte.
Vanuit een gespierde ondertoon trokken de drie geleidelijk op naar een
up tempo ritme met ultra-speedy tromroffels om daarna terug te keren
naar gevoelige tonen.
Jason Moran heeft niet alleen oog voor de jazzgeschiedenis, maar zet ook
graag in de kijker waar hij als Afro-Amerikaan vandaan komt.
Betrokkenheid met het zwarte bewustzijn zette The Bandwagon in de verf
met “RFK in the Land of Apartheid” en “Blessing The Boats”. Met dat
laatste illustreerde de pianist ook zijn belangstelling voor de kunsten,
want het is een lied dat Alicia Hall Moran schreef op tekst van
dichteres Lucille Clifton. De boten verwijzen naar de schepen die
indertijd ladingen zwarten de slavernij in Amerika invoerden, maar
terwijl het stuk werd opgedragen aan de overlevenden was het moeilijk om
niet te denken aan migratieproblematieken van nu.
Naast deze bewijzen dat engagement de muzikale klasse niet hoeft te
schaden waren er nog eerbetonen aan Thelonious Monk en Geri Allen. Monks
“Thelonious” kreeg een uitvoering om u tegen te zeggen, met oa een
begeesterende drumsolo en halsbrekende toeren op piano. De kunst om de
kar bijna te laten ontsporen, maar toch niet, is een handelsmerk van The
Bandwagon. Bij momenten lijkt het een routineklus, maar het niveau
waarop dit trio speelt, maakt dat je er keer op keer voor kan vallen. Op
meerdere plaatsen in de set krijg je toch weer verrassende tempowissels
en aparte wow-momenten. Intussen viel de cameravoering in de beelden op
de schermen naast het podium ook dik mee.
Danny De Bock
Vijay Iyer Sextet
hoofdpodium 20u30
Vijay Iyer, piano -Graham
Haynes, kornet - Steve Lehman, altsaxofoon - Mark Shim, tenorsaxofoon -
Stephan Crump, contrabas - Tyshawn Sorey, drums
Vijay Iyer is de zoon van Indische immigranten. Die achtergrond
vertaalde zich onder meer in samenwerkingen met saxofonist Rudresh
Mahanthappa en met filmmaker Prasant Bhargava. Als componist werkte hij
de voorbije jaren ook rond klassieke muziek van oa Mozart en Bach. Zijn
zin voor experiment was bijv te horen bij zijn trio Fieldwork en in duo
met trompettist Wadada Leo Smith. Ruimere bekendheid en hoge noteringen
in populaire eindejaarslijstjes verwierf hij met zijn pianotrio. Het
Vijay Iyer Trio met Stephan Crump op bas en Marcus Gilmore op drums
speelde in 2010 en 2015 nog op Gent Jazz. De pianist toonde zich
meermaals een geëngageerd Amerikaans burger in projecten met
dichter-performer, waaronder Holding it Down: The Veterans’ Dreams
Project – in 2014 nog op Jazz Middelheim toen hij daar artist in
residence was. Toen stelde hij ook het Vijay Iyer Sextet voor.
Bij het Vijay Iyer Sextet moet je je niet verwachten aan een fijne
jazzversie van een popliedje als “Galang” van M.I.A. of “Human Nature”
van Michael Jackson. Zulks past bij zijn pianotrio. Dat neemt niet weg
dat de pianist ook met zijn sextet op een slimme manier een opvallende
toegankelijkheid inbouwt. Live zette hij in Gent zijn set in met een
rustige intro op piano die de titeltrack van de bejubelde ECM-cd
inleidde. Daarmee kwam het sextet snel op volle toeren. De eerste vurige
solo’s van de saxofonisten Steve Lehman en Mark Shim sloegen al
gensters. Op dat elan ging de groep verder met aanstekelijke jazz die
doorheen de set aan de hard bop en veel van wat daarna kwam kon doen
denken, maar ook met een eigen karakter uitpakte.
Toen Graham Hayes na enige salvo’s in zijn solo op cornet elektronische
effecten toevoegde kwam er some kind of brew in het spel. Verderop,
nadat de groep wilde wateren en ijle sferen was gepasseerd en Vijay aan
de elektrische piano plaatsnam, ging het er lekker groovy aan toe, maar
met weerhaakjes. Met invloeden van hiphop en funk werd een slimme
cocktail gebrouwen die niet vies was van experimenteren. De hele set
door kregen we een krachtige uitwerking, ook toen de blazers aan de kant
bleven en een zuiver pianotrio overbleef. Vijay Iyer, Stephan Crump en
Jeremy Dutton leefden zich uitbundig uit.
Met schitterende solo’s en prachtig samenspel speelde het sextet nog
naar een gecontroleerd, wild boeket toe. Hoewel de voorziene tijd er
toen op zat, zetten ze hun feestje nog even verder met een laatste
nummertje, waarvoor de pianist nog een keer terugkeerde naar de
elektrische toetsen. Vijay rondde daarna in zijn kenmerkende vertelstijl
af, terwijl de muzikanten de outro muzikaal draaiende hielde. Hij
verwachte iedereen bij de cd-stand en eigenlijk was het best goede raad
om “Far From Over” te kopen.
Danny De Bock
Pharoah Sanders Quartet with special guest Nicholas Payton
hoofdpodium 22u30
Pharoah Sanders, sax -
Nicholas Payton, trompet - William Henderson, piano - Oli Hayhurst,
contrabas - Gene Calderazzo,drums
De afsluiter op het grote podium was de levende legende Pharoah Sanders.
Albert Ayler zaliger zag John Coltrane als de vader, Phaoah de zoon en
zichzelf als de heilige geest. Voor zijn aandeel in de free jazz ,door
zijn samenwerkingen met John en later met Alice Coltrane, om zijn
spirituele inbreng in jazzmuziek is Pharoah een pivotale figuur. In Gent
zagen we hem schuifelen als een man op leeftijd.
Jazz Middelheim haalde hem in 2008 naar Park den Brandt en daar speelde
hij al geen volledige set meer mee. Het liet zich raden dat de ster op
trompet dat voor een flink stuk mocht opvangen en dat de saxofonist zelf
gedoseerd zijn aandeel zou inblazen. Dat de opbouw van de set het
publiek geleidelijk zou inpakken met vlotte en begeesterende muziek.
Danny De Bock
Ambrose Akinmusire
garden stage 17u50 -19u50 -21u50
Ambrose Akinmusire, trompet - Harish
Raghavan, contrabas - Justin Brown, drums - Sam Harris, piano
Na de eerste drie optredens in de grote tent speelde in de kleine
Ambrose Akinmusire met zijn kwartet. De trompettist deelde in het
verleden het podium met oa Jason Moran en Vijay Iyer. Hij droeg in de
lente nog bij aan het kleurenpallet van Mary Halvorson haar Code Girl.
Sinds zijn album When The Heart Emerges Glistening uit 2011 staat hij
ook zelf als groepsleider hoog aangeschreven. Vorig jaar verscheen nog
de dubbel-cd A Rift in Decorum: Live at the Village Vanguard.
Akinmusire brengt eigenlijk muziek
waar je beter voor gaat zitten. Zijn composities zijn van het doordachte
soort die de aandacht van de luisteraar vragen om ten volle tot hun
recht te komen. De delicate toetsen en fijne schakeringen die hij er
trompetgewijs in legde krijgen hier zoals in the Vanguard dan ook nog
klassevolle begeleiding met Sam Harris aan de piano, Harish Ragavan op
bas en Justin Brown op drums.
Het kon er op de Garden Stage best
stevig aan toe gaan, maar vaak won de bedachtzame kant het. Luchtig
klonk het daarom niet, een zeker gewicht en een sterke gedrevenheid
waren aldoor aanwezig. Als klepper tussen en naast de geweldige sets
stond Akinmusire voor hoogstaande verpozing in schoonheid, met enkele
krachtige uithalen.
Danny De Bock
Dan Weiss Starebaby: Metal Jazz
garden stage 23u59
Dan Weiss, drums,
compositie - Ben Monder, gitaar - Trevor Dunn, elektrische bas - Craig
Taborn, toetsen) - Matt Mitchell, toetsen
In mijn rol van papa zag ik de tijd rijp om mijn vermoeide kind te
slapen te dragen – met een beetje een dubbel gevoel, want zo miste ik
Dan Weiss Starebaby: Metal Jazz, waarin drummer Weiss, op elektrische
bas Trevor Dunn, op gitaar Ben Monder en als toetsenisten tovenaar Craig
Taborn plus de verbazende Matt Mitchell verzamelde. Voor mij had de
festivaldag een uur vroeger mogen beginnen.
Danny De Bock
|