|
Tomasz Stańko-Enrico Rava Quintet
hoofdpodium 14u30
Enrico Rava (trompet), Tomasz Stańko (trompet), Giovanni Guidi (piano),
Reuben Rogers (bas), Gerald Cleaver (drums)
Een directe insmijter, hier niks van effe aanlopen of zo, nee, straight
to the point, twee trompet/bugel- grootheden op het podium gesmakt, den
bonk d’er in. Rava én Stanko hebben elk hun credibiliteit door de tijd
en door hun beider carrières dik verworven. Het zijn monumenten die er
staan, elk voor zich, wie daar aan twijfelt mist elk inzicht in de jazz.
Maar het is een euvel dat regelmatig opduikt in de jazzwereld, twee
gouden trompettisten versmelten niet steeds tot een platina duo. En het
niet “versmelten” was hier het struikelblok, géén alchemistische
symbiose van de twee individu’s. Ze stonden naast elkaar, los van
elkaar, elk blies zijn deel, maar het was nooit een geheel. Topjazz,
hyper hoog niveau, maar geen flow, de noten kleurden nooit tesamen, ze
kleurden, maar naast elkaar. We hebben genoten van Rava, we hebben
genoten van Stanko, we zijn blijven wachten op het duo Rava/Stanko, maar
er gebeurde niets. Dank Rava, dank Stanko, twee sterke individuen die
elkaar echter nooit vonden.
Bassdrumbone
hoofdpodium 16u30
Mark Helias (bas), Gerry Hemingway
(drums) en Ray Anderson (trombone)
Er zijn nu eenmaal dingen die
werken tegen beter weten in, Basdrumbone is daar eentje van en dat al
veertig jaar. Als een trombonist een trio draagt moet hij van goeden
huize zijn, zowel de vingers als het embouchure moeten goed zitten, hij
moet de spiritualiteit en de goede focus bezitten om de solo-val te
omzeilen en een geïntegreerd deel van het trio uit te maken. Het helpt
natuurlijk dat drummer en bassist even sterke persoonlijkheden zijn en
zich gelukkig voelen in de constante conversatie binnen het geheel. Want
dat is en blijft de essentie van trio’s, spreken noot per noot, in
drieledige muzikale gesprekken. Een mix van oudere en nummers van hun
nieuwe CD doorspekten de set. Fijn en gemoedelijk en een leuk weerzien,
zo alleen kan ik deze set noemen.
Trio Grande
garden stage 17u50 -19u50 - 21u50
Laurent Dehors (rieten, mondharp,
vocals), Michel Massot (trombone, tuba, vocals), Michel Debrulle (drums,
percussie, vocals)
We kennen ze, we kennen ze al
jaren. Lolbroekenjazz van een uitmuntend excellerend niveau, d'er mag al
eens gelachen worden, ook in meer dan turbulente noten-frases. En ze
doen het, die ouwe rakkers, steeds opnieuw en opnieuw. Niks is fake,
alles in realtime, dolle pret en de intelligente super muzikale leut kan
niet op. Nooit.
MC COY TYNER TRIO with special guest GRAIG TABORN
hoofdpodium 18u30
Craig Taborn op Jazz Middelheim 2016
McCoy Tyner (piano), Craig Taborn (piano), Gerald Cannon (contrabas),
Francisco Mela (drums)
Een beetje uitleg is hier op zijn
plaats. Mc Coy Tyner Trio is het basic frame, wegens de
gezondheidstoestand van Mc Coy Tyner werden Graig Taborn en tevens
wijlen Geri Allen toegevoegd. Geri overleed echter spijtig genoeg op 27
juni van dit jaar. Ik heb haar een paar keer wezen horen & kijken en ook
in mijn CD kast is ze goed aanwezig. Het werd dus een hoofdzakelijk
Graig Taborn concert met het Mc Coy Tyner Trio. Best pittig, dus zoals
alles wat Taborn aanpakt. Natuurlijk niet zonder enige verwijzingen naar
Geri en haar muziek én met natuurlijk één van haar werkstukken dat werd
aangepakt door het trio. Graig is één van mijn favoriete pianisten van
het moment met een wonderlijk doordachte wispelturigheid, met
fraseringen die steeds net de andere kant opgaan om uiteindelijk toch
prachtig te kloppen. Dit concert sloot af met dé grootmeester van de
piano, Mc Coy Tyner.
Hij kwam met enige hulp het
podium op, sukkelde op de pianokruk om dan een korte set neer te poten
die zijn excellentie benadrukte. Deed me denken aan Jackie McLean, ooit
in de Singel die ook op het podium ondersteuning nodig had, tot hij de
hoorn blies en duidelijk aan heftigheid niets had ingeboet. Ook hier was
het meesterschap als een heldere sobere maar wonderlijke herinneringsset
door Tyner kort én krachtig in de grote tent neergezet. Niet echt een
climax, maar toch een fijn moment.
Wayne Shorter Quartet with Casco Philharmonic performing Emanon
hoofdpodium 22u30
Wayne Shorter (saxofoon), Danilo Perez
(piano), John Patitucci (bas), Brian Blade (drums),
Clark Rundell (dirigent), Casco Philharmonic (orkest)
Een intro-set met het kwartet van
een klein halfuur. Misschien wel door het publiek het best gesmaakt
onderdeel van het geheel. Fantastische muzikanten stuk voor stuk, maar
vooral het triumviraat van de ritmesectie stal de show.
Wayne leek lichtjes afwezig, was
misschien al bezig met deel twee en zijn bijhorende partituren? Plaatste
hier en daar wel zinnige frases, maar vooral het trio maakte de set.
“…met Emanon. Geïnspireerd door Shorters levenslange liefde voor
sciencefiction, superheldavonturen en mythologie, neemt Emanon u mee in
een meeslepend verhaal van apocalyptische omvang”, als me zoiets leest
heeft men de neiging toch héél wat te verwachten te hebben, nee toch?
Nee dus. Modern, hedendaags ‘klassiek’, of hoe formuleer je dat soort
van esbattementen? Geen muziek die zich even gezellig in je oren
nestelt, hoekig en technisch prachtig doorwrocht, daar niet van, maar
als je niet geoefend bent in de beluistering van deze natuurlijke
voortvloeiende stijl uit de hedendaagse muzikale evolutie is het geen
akkefietje om op je stoel het volledige werkstuk uit te zitten én uit te
luisteren. Evenmin kwam het over als een ‘geheel’, een combo met groot
orkest, die elk hun eigen ding deden zonder écht in elkaar op te gaan.
De tent liep traag maar gestaag leger en leger, alleen de diehards
wilden van geen wijken weten. Het probleem leek mij eerder te zitten in
de extreme partituur dan in het opzet zelve.
RÊVE D'ELEPHANT ORCHESTRA
garden stage 00u00
Thierry Devillers (teksten, vocals),
David Hernandez (vocals, dans), Pierre Bernard (fluit), Michel Debrulle
(drums, big box of Binche), Nicolas Dechêne (gitaar), Jean-Paul
Estiévenart (trompet), Michel Massot (tuba, trombone, vocals), Etienne
Plumer (tablas, drums, percussie), Stephan Pougin (bodhrán, tupan,
congas, derbouka, drums)
Net als bij Trio Grande lijkt ernst eerder een handicap dan een
aanvaardbare eigenschap. Typisch voor jazz uit het zuiden van dit land,
eerst en vooral entertainment, maar dan wél gebouwd op een hyper
professionaliteit, daar niet van. Jazzmusici uit het noorden kunnen zich
wel eens ergeren aan die mentaliteit, een optreden enkel gebaseerd op
ernst en diepzinnige muziek word niet steeds leuk bevonden bezuiden ons.
Met andere woorden : zuidelijk entertainment van topniveau met
grappen en grollen als basis.
Leuk, leuk, leuk, punt.
Luque Derkinderen
|
|