|
Zaterdag 15
Augustus
...in a New Orlean' mood
...
|
|
|
|
Het stond niet in het festivalkrantje,
maar zoals donderdag en vrijdag was er in de Club Stage voordat de
concerten begonnen een gesprek live te volgen met journalist,
muziekhistoricus Ashley Kahn. Op zaterdag was dat met de artist in
residence, Jason Moran. Samen hadden zij het vooral over Fats Waller,
ter inleiding op de Fats Waller Dance Party om 19:30 op het grote
podium. Door stil te staan bij liedjesteksten werden enkele aspecten van
begin 20ste eeuw opgeroepen, een tijd waarin de slavernij in Amerika
zeker niet minder dan vandaag de dag nog een stempel drukte op de plaats
van Afro-Amerikanen in de maatschappij.
'Nobody' uit 1906 kwam er aan te pas, een liedje dat fans van Cécile
McLorin Salvant kennen van haar cd 'Woman Child'. En van Fats Waller
'What did I do to be so Black and Blue', een song die je makkelijker op
youtube vindt in een versie van Louis Armstrong dan van Fats. Daarnaast
werd ingezoomd op de figuur en de populariteit van Fats Waller. 'Ain't
Misbehaving' kon daarbij niet ontbreken en werd eerst bovengehaald zoals
het in de film 'Stormy Weather' uit 1946 te zien is. Daarna volgde een
Dance Party-versie van Jason Moran met een montage van de oude
filmbeelden. Het bracht het gesprek bij muzikale aspecten, bij zingen en
piano spelen, waardoor ook Thelonious Monk ter sprake kwam en Lulu's
Back In Town'... Voorwaar een levendige babbel die al vooruit wees naar
3/4 van het dagprogramma.
|
|
|
|
|
ROBIN MCKELLE & The Flytones
main stage 15u30
Robin McKelle (zang), Ben Stivers
(toetsen en orgel), Fred Cash jr. (bas), Al Street (gitaar), Bill
Campbell (drums)
Deze ‘funky’ blues groep steekt de lont aan het vuur
op deze regenachtige dag met erg veel entertainment op Amerikaanse
wijze. Ze is niet zo bekend in Belgenland maar haalde de peper bij het
zingen in de kerk. Ze is een blanke maar heeft de soul van een zwarte.
Het is erg genietbare blues muziek met sterke band waarin de gitarist
schittert.
Geleidelijk aan krijgt de zangeres meer grip op het publiek en huppelt
op het podium en hanteert de tamboerijn. Het is vooral halverwege de set
met bekende songkrakers als ‘Proud Mary’ en ‘Don’t let me be
misunderstood’ dat ze het publiek aan het dansen krijgt en de nummers
ook eigen maakt. Heel leuk en al lang niet meer gehoord is het
instrumentale ‘Green Onions’ van Booker T. & the M.G.'s. Een echte blues
madam is ze niet want ze grijpt terug naar jazz, swing en soul. Haar
recentere albums noemen trouwens Soul Flower' en 'Heart of Memphis'. Ze
maakt vooral eigen nummers al dan niet samen met de muzikanten. Ze is
ook fan van Dusty Springfield. Op het einde krijgen we nog een sublieme
versie van ‘Take me to the River’. Het publiek is nu duidelijk
opgewarmd.
Michel Proesmans
Marching Bands
festivalterrein 16u50 -23u00
Die Verdammte Spielerei
JStefaan De Winter : zang, Roeland
Vanhoorne : saxofoon, Pieterjan Vandaele, Bruno Van der Haegen, Bjorn
Verschoore: saxofoon, Thomas Van Gelder, Ruben Cooman: percussie
Een dwazekop, gevolgd door ' de fanfare van
honger en dorst' : Inderdaad een wel heel vreemde band met 4
saxofoonspelers, een percussionist en een van megafoon voorziene
grappenmaker brengen feestelijke deuntjes op volkse Vlaamsche wijze. Ze
peppen het publiek op en stunten ook achter de toog. Men zou daarbij de
regendruppels vergeten. Volks vermaak maar vergis je niet : geschoolde
muzikanten !
Michel Proesmans & Winus
CÉCILE MCLORIN SALVANT
main stage 17u30
Cécile McLorin Salvant (zang), David
Blenkhorn (gitaar), Sebastien Girardot (contrabas), Guillaume Nouaux
(drums)
Wat een geluk dat Wynton Marsalis de zangeres Cécile McLorin Salvant
(°1989) destijds opmerkte en haar carrière een boost kreeg door het
winnen van de Thelonious Monk Competition in 2010. Het is pas nu vandaag
in België dat ze bekend zal worden door haar sterke performance. Ze kwam
en overwon, gewapend met haar grote witte bril. Ik vind haar een Sarah
Vaughan in spe. Ze eert ook Bessie Smith in ‘Haunted house blues’ of in
‘You oughta be ashamed’ en ze let op de tekst en zingt alsof ze alles
zelf meemaakt waarover ze zingt. Ze heeft alles: timing, swing, dictie,
stembereik, stembeheersing en podiumuitstraling. De songs worden
hedendaags verpakt doch het blijft authentieke jazz soul.
In de zomer van 2013 trad ze hier al tweemaal op tijdens het Gent Jazz
Festival. Vandaag , amper 25 jaar oud, staat ze hier en verstevigt haar
roem en ze krijgt zeker vele nieuwe fans bij. Haar groot stembereik van
diep laag tot fluweel hoog , met perfecte dictie en verstaanbaarheid
maakt dat ze publiek meesleurt in haar verhaal. Ze zingt ook perfect in
het Frans van Barbara's 'Le Mal De Vivre'. McLorin Salvant is de in
Miami geboren en opgegroeide dochter van een Franse moeder en een
Haïtiaanse vader. Een staande ovatie heeft ze dubbel en dik verdiend.
Zij heeft de naturel, de présence en de potentie om het zeer ver te
brengen in deze competitieve jazz markt.
McLorin Salvant is overigens straks gastzangeres bij Dr. John en
gisteren ook al bij Archie Shepp‘s Attica Blues Big Band.
Michel Proesmans
|
|
|
|
Cécile McLorin Salvant is goed
bezig een flinke schare fans in getale te laten groeien. Het zou ons
niet verbazen als Jazz Middelheim in dat opzicht mee heeft gezorgd voor
een wonderbaarlijke vermenigvuldiging. Daags tevoren stond deze diva in
wording al op het podium met Archie Shepp om zij aan zij met Marion
Rampal mee het mooie weer te maken. Als zij een grote wordt die past in
het rijtje met Billie Holiday, Ella Fitzgerald, Sarah Vaughan, dan waren
wij in België vlug verwend met haar passage in 2013 op Gent Jazz en
regelmatige concerten sindsdien.
Cécile klinkt in haar
aankondigingen en bindtekstjes een beetje als een kindvrouwtje. Met een
onschuldig stemmetje vroeg zij in het begin van haar set of de
meerderheid van het publiek als voertaal Frans dan wel Engels verkoos.
Niet dat zij iets in gang wou zetten, lachte zij... Zingen doet zij dan
weer met een stem als een klok. Een waarmee zij in een laag register
bijv aan Sarah Vaughan kan doen denken, zoals in 'Fog'.
Op Jazz Middelheim kwam de zangeres
een aantal liedjes van de nieuwe cd 'For One To Love' voorstellen. Zoals
op haar vorige, 'Womand Child', met een songkeuze die sprokkelt en
grasduint in de jazz- en bluesgeschiedenis. Na het eigen nummer 'Fog'
hoorden we live 'Sweet Man Blues' van Ethel Waters, dat een beetje kon
herinneren aan Madeleine Peyroux en haar wat Billie Holiday-achtige
stem. Daarna kwamen 'Nothing Like You' van Bob Dorough, die met Miles
Davis heeft gewerkt, 'Haunted House Blues' van Bessie Smith en 'Most
Gentlemen Don't Like Love' van Cole Porter. Zo zette zij wellicht vooral
haar eigen voorliefde voor stokoude liedjes in de verf en misschien ook
eigen commercieel inzicht - of dat van een handige manager. Opvallend
toegankelijk klonk haar set, met opvallend veel liefdesliedjes in het
begin en een grappig 'Papa's on the Roof Top', dat door koldereske humor
vlot bekoort. Hoe dan ook, de expressiviteit en de articulatie van
Cécile blijft imponeren en zij heeft een bijkomende troef in haar
beheersing van het Frans, die zij heel overtuigend uitspeelde in 'Le mal
de vivre'.
Een nieuwe jazzdiva, een die goed
in de markt ligt, het mag er met Cécile gerust van komen!
|
|
|
Danny De Bock
|
|
|
|
|
|
|
|
Marching Bands
festivalterrein 18u50 -20u50
Broken Brass Ensemble
Meer fanfaregevoel nu bij het Nederlandse Broken Brass
Ensemble dat breder gaat in het muzikale amusement dan het volkse
vertier van 'Die Verdammte Spielerei' van daarstraks. Vandaag staat er
vanalles op de affiche om het mindere weer erbij te vergeten maar deze
dosis 'qualitypep' kunnen we er best bijhebben ! Strategisch goed
uitgekozen plaatsje ook, hier aan de lange festivalbar al had dit ook
best in de clubtent gekund. Mooi en hup met die beentjes, al zijn het
vooral de vele smartphonecamera's die clicken hier...
Winus
JASON MORAN: Fats Waller Dance Party
main stage 19u30
Jason Moran (piano & keyboards), Lisa
E. Harris (zang), Leron Thomas (trompet & zang), Tarus Mateen
(contrabas), Charles Haynes (drums)
We weten dat Jazzpianist Jason Moran een zeer veelzijdig componist,
arrangeur en muzikant is en als Artist in Residence dit jaar mag hij
kiezen wat hij wil doen. Fats Waller (1904-1943) was een stride pianist
en een complete entertainer die ook zong en comedy speelde en opgroeide
in de woelige jaren ’30 van de VS.
Jason Moran koos de figuur van Fats Waller als invloed op ballroom
dansmuziek, op de manier waarop jazz later evolueerde, hoe zelfs hiphop
teruggreep naar deze invloeden… Het optreden vandaag is eerder een
hedendaagse interpretatie van Wallers werk en persoonlijkheid. Met
Jason’s cd 'A Joyful Elegy For Fats Waller' geeft hij aan hoe een figuur
als Fats Waller van 100 jaar geleden de jazz verrijkte met humor en
showelementen.
Een echte dance party ter ere van Fats Waller wordt het niet echt en het
komt moeilijk van de grond en ietwat geforceerd. Het concert legt de
nadruk te fel op latin funky grooves met wat loops en electrobeats
waarin de oorspronkelijke Fats Waller songs nog met moeite te herkennen
zijn.
Wel heel leuk is dat grote hoofdmasker in papier-maché met de kop van
Fats Waller met die typische sigaret in de mond. Jason Moran zet die
soms op zijn hoofd en speelt piano/rhodes en waagt zich aan een
danspasje met de zangeres Lisa Harris die poogt het publiek op te
jutten.
'Yacht Club Swing' aan het begin gaat van start als een dromerige, haast
ambient-getinte fusie, maar geleidelijk aan omslaat in een
onweerstaanbare en opzwepende latin-groove, met Moran op rollende
Rhodes. ‘Jitterbug Waltz’, één van Wallers visitekaartjes, krijgt op het
einde een gezapige makeover. De drum van Charles Haynes (bekend van
Kanye West of Lady Gaga) staat veel te luid en overstemt het gezang dat
ook al niet stemvast is. In het nummer ‘Two Sleepy People’ zingt de
trompettist Leron Thomas haast als een crooner. Al met al is hier een
klein feestje gebouwd en gaat het publiek uiteindelijk feestelijk
overstag.
Michel Proesmans
|
|
|
|
Het begin van dit concert had iets weg van
binnenkomen in een dancing, alsof je midden in een nummer binnenwandelt.
Pardoes zaten we in een dansbare elektrische groove, repetitief, min of meer
aanstekelijk, maar vooral een beetje altijd 't zelfde. Als begin van een set
voelde dat wat raar, want geen kat die danst natuurlijk in een tent met
stoeltjes, waar een deel van het publiek ook nog op weg is naar de
zitplaatsen. Het was duidelijk niet de bedoeling de sfeer van een danstent
uit de tijd van Fats Waller op te roepen. Hier kwam een ode, aangepast aan
de nieuwe tijd, tegemoetkomend aan de uitgangswereld van vandaag. Daar paste
al snel een update in van 'Honeysuckle Rose' en één van 'Ain't Misbehaving'
met vrouwelijke vocalen. Die mochten het qua schoonheid afleggen tegen mooie
trompetklanken. De muziek klonk vlot, soms pompend en bij momenten
feestelijk, er kwam wel wat beweging in het publiek. Het was meer zingen van
'This Joint is Jumping' dan echt de tent helemaal meekrijgen.
De visuele uitsmijter van het grote masker van papier maché op het hoofd van
Moran, de Afrikaanse en de latin invloeden in de mix droegen bij aan een
warme set, maar in de opbouw en de accommodatie zat de mix niet helemaal
goed voor een dansfeest. Het kwam er geleidelijk wel van, met beweging in en
naast de tent, maar écht voluit, niet echt. Daar zat het terugschakelen naar
een lagere versnelling soms voor iets tussen en andere keren een verhogen
van de moeilijkheidsgraad.
Ging het publiek in de tent mee in de
vlottere gedeelten, in een niet zo voor de hand liggend stuk waarin de
pianist met de drummer een groove met weerhaken uitwerkte, zag je
nauwelijks iemand meegaan. Dan scheen het weer wachten op funky stuff en
aansporingen vanop het podium, om met de armen te zwaaien bijvoorbeeld.
Het meest geslaagde project van Jason Moran kunnen we dit niet noemen.
Van hem zijn we vooral anders gewend.
|
|
|
Danny De Bock
|
|
|
|
|
‘Spirit of Satch': DR. JOHN interprets
Louis Armstrong
main stage 21u30
Dr John (zang, piano, Sarah Morrow (trombone, Music Director), Jamie
Kime (gitaar), Roland Guerin (bas), Herlin Riley (drums),Gastzangeres:
Cécile McLorin Salvant
Gasthoornsectie: Benjamin Herman (altsax), Lluc Casares (klarinet,
tenorsax), Tini Thomsen (baritonsax), Jan van Duikeren, Jelle Schouten,
Bart Maris (trompet)
Als zesvoudige Grammy-winnaar is Dr. John New Orleans’ bekendste
Nighttripper. Uncle Satchmo sprak tot Dr. John in een droom om zijn
eigen ding te kunnen doen om Louis Armstrong te gedenken. Louis is een
fenomeen en een icoon in de jazz die de trompet populair maakte. Op het
album van Dr. John ‘Ske-Dat-De-Dat… The Spirit Of Satch’ uit 2014
interpreteert hij het muzikale genie Armstrong van diens 50-jarige
carrière. De indrukwekkende lijst gastmuzikanten van die plaat zijn
vandaag vervangen door een Nederlandse blazerssectie met o.a. Benjamin
Herman geleid door een ietwat matige tromboniste. Vooraan staat onze
eigen Gentenaar Bart Maris. Hij is er erg op uit het beste te geven van
zichzelf. Ze openen stevig met ‘what a wonderful world’ dat erg
uptempo wordt gespeeld. Bart Maris schittert in ‘Mac The Knife’.
Dr. John komt op als een oude knar van 74 jaar op twee stokken met zijn
gracieuze versierde hoed. Saxofonist Benjamin Herman in een glansrol
speelt gracieus in de ballade ‘That’s My Home’ . Na een tijdje blijft de
trouwens sterke band steken in steeds hetzelfde gezapige tempo. Ik ben
eerlijk gezegd niet zo'n grote fan van de krakelige stem van Dr. John
maar o zo blij als de Sarah Vaughan van vandaag terug op de scene komt :
Cécile McLorin Salvant . Zij zingt heel overtuigend 'Nobody Knows the
Trouble I've Seen' en swingt in’I’ve Got The World On A String’. Leuk en
anders is de trage versie van 'When the Saints Go Marchin' In' op het
einde en met de hit 'Such a Night' is het toch wat feestelijk beklonken
ook.
Michel Proesmans
|
|
|
|
Net zo min als de Fats Waller Dance Party
had het 'Spirit of Satch' Project ook maar iets van een set covertjes
brengen. Plukken uit het repertoire van Louis Armstrong deed Dr. John wel,
maar hij zette elk nummer naar zijn hand. Dat deed hij anders dan op de cd,
hier met zijn kompanen van het moment. Daarbij viel om te beginnen Bart
Maris op, die mee het concert opentrok met 'What a Wonderful World'. Trompet
kon moeilijk ontbreken bij een hommage aan één van de grootste trompethelden
uit de jazzgeschiedenis. Daar dan een plaatselijk boegbeeld bij inzetten,
was een heerlijke zet. De aanwezigheid van Bart Maris was bovendien voor de
hand liggend omwille van het Flat Earth Society album 'Armstrong Mutations'
waarvoor Maris verschillende arrangementen had aangedragen.
In de rijke blend die Dr. John bracht, kregen ook andere instrumenten
een opvallende rol. Na een paar nummers kwam trombonist en music
director Sarah Morrow op het voorplan. Andere blazers zouden volgen en
ook weer van de partij was Cécile McLorin Salvant, bijvoorbeeld in
'Nobody Knows The Trouble I've Seen'. Tegen dan was het weer eens fijn
om haar geweldige stem te horen, want met heelder liedjes door de zang
van Dr. John ging het op den duur toch wat de makke kant uit. Het deed
een beetje vreemd om net dan het idee te krijgen dat deze zangeres met
haar wijde bereik hier geen overtuigende, geen doorvoelde versie zong.
Van deze set onthouden we graag de versie van 'Mack The Knife' en de
bijdragen van Bart Maris, die terugkwam. En dat het op het einde toch
weer levendig en ook nog leuk dansbaar werd. 'Such A Night'.
|
|
|
Danny De Bock
|
|
|
|
|
|
|